Vier ministeries trekken vanwege de top extra geld uit. Justitie en Veiligheid draagt 81,7 miljoen euro bij, Binnenlandse Zaken 53 miljoen, Defensie 42,6 miljoen en Infrastructuur en Waterstaat 6,1 miljoen.

„Noodzakelijke veiligheidsmaatregelen” spelen mee in de gestegen kosten. De beveiliging is veel zwaarder dan bij de vorige grote top in Den Haag, legt een woordvoerder uit. Sinds die bijeenkomst in 2014 zijn de gevaren voor westerse landen en leiders aanzienlijk toegenomen. Bovendien zijn er meer gasten te beveiligen. De meer dan veertig wereldleiders die naar Den Haag komen, reizen met een veel groter gevolg.

Die ministers, diplomaten en journalisten hebben allemaal onderdak nodig, brengt de woordvoerder in herinnering. Dat geldt ook voor de duizenden politieagenten en andere beveiligers uit heel het land die tijdens de top in Den Haag verblijven. Beveiligers en al het benodigde materieel zijn door inflatie en personeelsschaarste ook een stuk duurder geworden. Sommige spullen zijn niet meer te huur en moeten nu worden gekocht.

Daarnaast zijn er extra bijeenkomsten rond de top toegevoegd. Zo komt de defensie-industrie er samen om te overleggen over het opvoeren van de productie. Dat is hard nodig om leeggeraakte magazijnen te vullen en NAVO-landen te herbewapenen.

Het kabinet werkt nog aan een loket waar ondernemers een vergoeding kunnen aanvragen voor schade door de top. Zij ondervinden bijvoorbeeld hinder doordat sommige wegen worden afgesloten.

Mochten hoge gasten een langer bezoek aan Nederland willen brengen, dan brengt dat mogelijk nog meer kosten met zich mee. Zo greep de toenmalige president Barack Obama de top in 2014 aan om het Rijksmuseum te bezoeken. De komende top wordt waarschijnlijk zoveel mogelijk in één dag, woensdag 25 juni, samengebald.

Over enige tijd volgt nog een nauwkeurigere raming van de totale kosten.