Beljaarts heeft de topman van Tata Steel inmiddels gesproken. Hij hoorde in dat gesprek „geen indicatie” dat deze ontslagronde een voorbode zou kunnen zijn voor een vertrek uit Nederland. Het bedrijf sprak van „een noodzakelijke stap om klaar te zijn voor de toekomst”.

Voor de naar schatting 1800 werknemers die hun baan verliezen „is het echt vreselijk”, benadrukt Beljaarts. Maar hij gaat er ook vanuit dat zij gezien de krappe arbeidsmarkt snel elders aan de slag kunnen komen.

Werkgelegenheid zal wat Beljaarts betreft geen rol spelen in de onderhandelingen die het kabinet voert met Tata Steel over een verduurzamingsplan, waar de overheid mogelijk miljarden euro’s aan bijdraagt. Bedrijven gaan over hun eigen personeelsbeleid, benadrukt hij.

Beljaarts kan nog niet zeggen of de handelstarieven die de Amerikaanse regering heeft opgelegd voor Europees staal een rol hebben gespeeld bij het besluit van Tata Steel. De minister wijst er wel op dat de Europese staalindustrie al langer kampt met onder meer hoge energieprijzen, hardere concurrentie vanuit China en een lagere vraag vanuit de Duitse auto-industrie.