Kamer vindt ruimtevaart belangrijk, maar extra geld komt er niet
De Nederlandse ruimtevaartsector krijgt voorlopig geen extra geld. Het kabinet en de Tweede Kamer benadrukken dat ze de ruimtevaart belangrijk vinden, maar minister Dirk Beljaarts (Economische Zaken) zei woensdag tijdens een commissievergadering dat zijn mogelijkheden beperkt zijn.
Beljaarts voegde eraan toe dat er in elk geval niet wordt bezuinigd op ruimtevaart, het budget blijft gelijk. Joris Thijssen (GroenLinks-PvdA) wees erop dat het kabinet wel bezuinigt op hoger onderwijs, onderzoek en innovatie. Dat treft universiteiten als de TU Delft, waar de ruimtevaartdeskundigen van de toekomst worden opgeleid. „Een doodzonde en oliedom”, aldus Thijssen. Op zijn verzoek wil Beljaarts, samen met onderwijsminister Eppo Bruins, uitzoeken welke gevolgen de onderwijsbezuinigingen hebben voor de ruimtevaart.
Onder het vorige kabinet hadden de ministeries van Economische Zaken, Defensie, Infrastructuur, Buitenlandse Zaken en Onderwijs geadviseerd om jaarlijks 60 miljoen euro extra uit te trekken voor ruimtevaart. Dat zou Nederland en Europa minder afhankelijk van andere landen moeten maken, bijvoorbeeld bij communicatie en navigatie, maar ook voor het leger. Dat geld zou bovenop het jaarlijkse budget van 135 miljoen euro moeten komen.
De begroting voor ruimtevaart maakt volgens Beljaarts deel uit van het voorjaarsoverleg. Zijn eigen budget staat vast, „meer geld voor ruimtevaartinnovatie betekent minder geld voor andere vormen van innovatie”, aldus de minister. Bovendien zegt Beljaarts dat hij te maken heeft „met heel veel wensenlijstjes van heel veel van mijn collega’s met allemaal heel prangende prioritaire zaken”.