Coenradie: Inspectie had locatie moeten kennen waar Weski vastzat
De Inspectie Justitie en Veiligheid had op de hoogte moeten zijn van de geheime plek waar advocaat Inez Weski twee jaar geleden vastzat. Dat schrijft staatssecretaris Ingrid Coenradie (Justitie) in een brief aan de Tweede Kamer. De Inspectie meldde maandag dat Weski kort na haar arrestatie gevangen werd gehouden op een plek die niet was erkend en waar geen toezicht op was.
Normaal krijgt de Inspectie geen melding van waar individuele gevangenen naartoe gaan, schrijft Coenradie. Maar de locatie zelf had wel bekend moeten zijn bij de Inspectie. Daarnaast had het vanwege de „zeer bijzondere omstandigheden” van Weski’s arrestatie voor de hand gelegen om de Inspectie „proactief op de hoogte te stellen”.
Volgens de PVV-staatssecretaris is detentie op een geheime plek de afgelopen decennia „slechts een enkele keer” voorgekomen. In Weski’s geval duurde het heimelijke gevangenschap negen dagen.
De Inspectie heeft over het gevangenschap op geheime plekken afspraken gemaakt met de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) die over de gevangenissen gaat. Wat deze afspraken precies inhouden, is niet bekend. Coenradie schrijft wel dat er een aparte toezichtcommissie komt voor ‘afgeschermde’ cellen. Die commissie moet dit voorjaar beginnen. DJI komt ook met „huisregels”.
DJI heeft volgens Coenradie „uitzonderlijk veel” gedaan om de negen dagen verborgen gevangenschap van Weski „op een verantwoorde en humane manier vorm te geven”. Weski zou haar advocaat hebben kunnen ontvangen en zou dagelijks hebben kunnen spreken met een DJI-medewerker over haar welzijn.