Leider Soedanese paramilitairen bevestigt vertrek uit Khartoem
De leider van de Rapid Support Forces (RSF), Mohamed Hamdan Dagalo, geeft toe dat zijn troepen de Soedanese hoofdstad Khartoem hebben verlaten. De oorlog is volgens hem nog niet voorbij. Hij verklaart dat de paramilitaire groepering „sterker, machtiger en zegevierend” zal terugkeren.
De RSF en het regeringsleger voeren al twee jaar oorlog. Die begon na onenigheid tussen Dagalo en legerleider Abdel Fattah al-Burhan, de feitelijke leider van Soedan. De RSF veroverde het centrum van Khartoem en andere delen van het land. Het leger leed anderhalf jaar zware verliezen, maar lanceerde in november een succesvol tegenoffensief.
De uitspraken van Dagalo komen drie dagen nadat de groep zei dat er „geen terugtrekking en geen overgave” zou zijn en dat hun troepen zich hadden „herpositioneerd”. Dagalo benadrukt dat niet wordt onderhandeld met het leger. Er wordt volgens hem alleen gesproken in „de taal van wapens”.
Burhan verklaarde Khartoem woensdag „vrij” van de RSF. Hij zei zaterdag dat het regeringsleger zal blijven vechten, totdat de RSF alle wapens neerlegt. Onderhandelingen sluit hij uit. De generaal voegde eraan toe dat de overwinning pas compleet zou zijn wanneer „de laatste rebel uit de laatste hoek van Soedan is verdwenen”.
De oorlog heeft verwoestende gevolgen voor het Afrikaanse land. Het is in delen gesplitst. Het leger heeft de controle over het noorden en oosten, terwijl de RSF grote gebieden in het westen en zuiden in handen heeft. Ook heeft het geweld geleid tot tienduizenden doden en meer dan 12 miljoen ontheemden. Het conflict heeft volgens de Verenigde Naties de ergste humanitaire crisis van dit moment veroorzaakt.