BinnenlandTweede Wereldoorlog

Dochter van NSB’er in Madurodam: Sluit geen mensen uit

„Probeer lief te zijn voor elkaar.” Tanja Wolterbeek weet wat het is als mensen níét lief doen. Haar vader was NSB’er, en daarom werd ze gepest.

25 March 2025 18:54Gewijzigd op 26 March 2025 08:05Leestijd 4 minuten
Tanja Wolterbeek met een foto van de arrestatie van haar vader, die als rechercheur van de Sicherheitsdienst op Joden joeg. Wolterbeek deed haar verhaal in Madurodam tijdens de Nationale Verhalendag. beeld RD
Tanja Wolterbeek met een foto van de arrestatie van haar vader, die als rechercheur van de Sicherheitsdienst op Joden joeg. Wolterbeek deed haar verhaal in Madurodam tijdens de Nationale Verhalendag. beeld RD

Wolterbeek (80) deed haar verhaal dinsdag in Madurodam tijdens de achtste Nationale Verhalendag. Dat is elk jaar de start van de educatieve projecten die voorafgaan aan de Nationale Kinderherdenking die op 4 mei bij de miniatuurstad in Den Haag wordt gehouden. Met aandacht voor oorlogen vroeger en nu. „Sluit geen mensen uit”, zegt Wolterbeek. „Joden krijgen nu soms ook de schuld van alles.”

Joden, dat waren de mensen op wie haar vader joeg toen hij rechercheur bij de Sicherheitsdienst was. Hij kreeg 7,50 per opgespoorde Jood, in guldens.

Op het scherm verschijnt een grote foto: vader Wolterbeek, terwijl hij als arrestant wordt afgevoerd. Dat gebeurde nadat Eindhoven in september 1944 was bevrijd. Moeder Wolterbeek kwam met andere vrouwen in de laadbak van een vrachtauto terecht, terwijl het publiek schold en spuugde. Ze moest naar het politiebureau. En daarna naar kamp Vught. Daar werd Tanja in januari 1945 geboren.

„Ik weet niet of ik het goede zou kiezen”

Tanja Wolterbeek, dochter van een NSB’er

Zij zat later in een pleeggezin, net als de vier oudere kinderen uit het gezin. „Als ik verdrietig was, kwam de hond tegen me aan liggen en likte mijn tranen weg.” Heel veel jaren later kreeg ze tijdens een depressie het advies met lotgenoten te gaan praten, van wie de ouders ook NSB’ers waren. „Ik heb geaccepteerd dat ik er niks aan kon doen. Ik ben mijn vader niet.”

Boos op haar ouders is ze niet geweest, zegt Wolterbeek als een van de kinderen ernaar vraagt. „Iedereen moet keuzes maken; ik weet niet of ik het goede zou kiezen.”

Droom

Vierhonderd kinderen –twaalf schoolklassen– zijn naar Madurodam gekomen om na te denken over vrijheid. Ze luisteren naar verhalen en tekenen of kleuren een vlag. In de pauze zwerven ze langs de miniatuurgebouwen in het park.

Deelnemers van de Nationale Verhalendag op weg naar de verhalenvertellers in Madurodam. beeld RD

De twaalfjarige Victoria en haar moeder doen dat ook. Twee jaar geleden vluchtten ze weg uit Oekraïne. „Ik ben dankbaar dat we in Nederland in vrede en vrijheid leven”, zegt Victoria. Intussen houdt ze contact met vriendinnen die achterbleven. De toekomst? „Ingewikkelde vraag. Ik droom van vrede in Oekraïne; eigenlijk van vrede in de hele wereld.”

Rand Yasin is ook gevlucht. Eerst uit Syrië, omdat daar elke dag bommenwerpers overkwamen. Drie jaar later vluchtte het gezin opnieuw: van Turkije naar Nederland. In 2019 vertelde Rand haar verhaal tijdens de Nationale Kinderherdenking. Nu neemt ze als burgemeester van Madurodam het eerste exemplaar in ontvangst van het doeboek ”Leven in vrijheid! Ontdek wat jij kan doen”. Kinderen krijgen daarin tips hoe ze de vrijheid kunnen bevorderen. Door verhalen over vrijheid vast te leggen, bijvoorbeeld.

Dodenmars

Het verhaal van Esther Vleeschhouwer-Blocq ís al vastgelegd. In het boek ”Hij noemde me Elly”. Schrijfster Femmetje de Wind steekt het omhoog voordat ze in gesprek gaat met Lilach, Vleeschhouwers elfjarige achterkleindochter. Die vindt het verhaal „superintens”. Haar overoma, door de nazi’s van haar bed gelicht omdat ze Joods is, overleefde acht concentratiekampen, en ook een dodenmars: een barre voettocht van het ene kamp naar het andere, door de sneeuw, met houten plankjes als schoeisel. Overoma is nu 100 jaar. Ze kan de Verhalendag niet bijwonen, al was dat tot het laatst onzeker.

Deelnemers aan de Nationale Verhalendag zwerven tijdens de lunchpauze door Madurodam. beeld RD

Nasya Zwaaf heeft haar overgrootmoeder niet gekend. „Oma Pommie.” Ook zij was Joods. Zij overleefde de oorlog als onderduiker. Pommie en haar man vonden na de oorlog hun baby terug op een boerderij in Friesland. „Als ze niet waren ondergedoken, was ik er niet geweest”, realiseert Nasya zich.

Bas Westerweel vertelt wel twee verhalen. Over zijn grootvader, die vanwege zijn verzetswerk door de Duitsers werd doodgeschoten. En over Truus Wijsmuller-Meijer, die meer dan 10.000 Joodse kinderen redde door vervoer naar Engeland voor hen te regelen.

Kinderen van nu horen veel berichten over oorlogen, zegt Dorien Korsten, directeur van de Stichting Nationale Kinderherdenking 4 mei. Dit jaar is ”Hoop” het thema van de herdenking. „Er ís ook hoop”, zegt Korsten. „Er wordt gepraat over een staakt-het-vuren in Oekraïne. Jullie zijn onze hoop, alle kinderen van Nederland.” Daarom krijgen de vierhonderd aanwezige kinderen het doeboek mee. „Vrijheid is een werkwoord.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer