Utrecht kan doorgaan met plan voor aanwijzen windmolenlocaties
De provincie Utrecht kan het plan om plekken voor windturbines aan te wijzen in drie Utrechtse gemeenten verder uitwerken. Een motie waarin Gedeputeerde Staten werden opgeroepen dit besluit terug te draaien, kreeg in de Statenvergadering van woensdag onvoldoende steun. De motie was ingediend door de fracties van BBB, PVV, UtrechtNu!, Forum voor Democratie en 50PLUS.
Begin januari maakte de provincie bekend dat ze via zogeheten projectbesluiten een plek voor windturbines gaat aanwijzen in de gemeente Stichtse Vecht en een locatie die op de grens ligt van de gemeenten Oudewater en Montfoort. De provincie heeft daartoe besloten, omdat die gemeenten zelf onvoldoende concrete plannen hebben gemaakt om duurzame stroom te kunnen opwekken.
De indieners van de motie stelden dat „de huidige gang van zaken leidt tot toenemende bestuurlijke spanningen tussen de provincie en gemeenten en dat de samenwerking binnen de energietransitie onder druk komt te staan”. „Dit is onbehoorlijk bestuur”, zei BBB-Statenlid Monique van den Broek.
BBB, PVV, UtrechtNu! Forum voor Democratie en 50PLUS vroegen de projectbesluiten terug te draaien en de drie gemeenten de ruimte te geven hun eigen energieplannen af te ronden. De SGP steunde de motie en sprak zich uit tegen het opleggen van plekken voor windturbines aan gemeenten. „De provincie mag alleen een rol pakken als een gemeente daar zelf om vraagt.”
Een meerderheid van de Statenfracties liet echter weten niet te voelen voor de motie. CDA-Statenlid Marlies Welschen-Van den Hoek zei dat de projectbesluiten in lijn zijn met eerder gemaakte afspraken die democratisch zijn genomen. VVD-Statenlid Odile de Man stelde dat het opschorten van de besluiten het proces van de energietransitie kan vertragen. Wel toonde ze begrip voor bewoners die zich zorgen maken over de mogelijke gezondheidsrisico’s door het plaatsen van windmolens. Ze vroeg Gedeputeerde Staten om bij de uitwerking van de plannen voor de grootschalige opwekking van windenergie de laatste wetenschappelijke inzichten mee te nemen die door het Rijk als leidend worden gezien. Gedeputeerde Huib van Essen (energietransitie) zegde toe dit te doen.
Eerder spraken de provincie en gemeenten in de Regionale Energie Strategieën (RES) af in 2030 2,4 terawattuur (TWh) aan zonne- en windenergie op te wekken. Om dat doel te kunnen bereiken, moeten er meer windturbines komen.