Meditatie: Veelvoudig leven
„Indien het tarwegraan in de aarde niet valt en sterft, zo blijft het alleen.”
Johannes 12:24a
Christus spreekt over een tarwegraan dat niet in de aarde valt en sterft. Hij zegt ervan dat het alleen __ blijft. Dat wil zeggen: het blijft zo het is; er komen geen andere graankorrels uit voort. Maar wanneer het sterft, dan brengt het juist véél vrucht voort. Dit is een wonder in de natuur, maar door de dagelijkse ondervinding is het voor ons nochtans volkomen duidelijk. Uit de dood komt het leven, ja, een veelvoudig leven voort. Ja, uit de vertering, naar het schijnt, komt een nieuw heerlijk bestaan voort; uit de vernietiging een grote vermeerdering; uit het verlies een heerlijke winst. Het tarwegraan bevat zúlke kiemen in zich, dat daaruit veel andere graankorrels kunnen voortkomen. Maar het moet in de aarde geworpen worden en daar sterven. Dat wil zeggen dat de kiemen moeten losgemaakt worden. De beweging van het groeizame vocht in een weltoebereide aarde, geholpen door een zachte regen, maakt de inwendige kiemdelen van het tarwegraan los. Door een voortdurende beweging worden ze door het omhulsel heengedrongen. De zon trekt door haar warme stralen, onder een zachte regen, de jonge scheutjes door de oppervlakte van de aarde heen. En zo groeit de plant omhoog, haar voedsel trekkend uit de wortel, totdat de aar rijp is. Zo komen uit één graankorreltje veel andere korrels voort. Dit is slechts het uiterlijke van de gelijkenis en daarachter is een groot geheim verborgen.
Frederik van Houten,
predikant te Middelburg
(“De noodzaak van Christus’ dood”, Reveilserie nr. 202, maart 1984)