Wie gaat de bende in Libië opruimen?
De laatste anderhalf jaar gaat het bijna alleen over Israël, de Palestijnen, Syrië en Jemen. Het gevolg is dat sommige andere belangrijke thema’s in het Midden-Oosten totaal ondersneeuwen. Het dossier Libië bijvoorbeeld. Dat enorme Arabische land in Noord-Afrika is nauwelijks nog in het nieuws, terwijl de situatie er sinds 2011 onverminderd zorgelijk is te noemen.

Waarom sinds 2011? Omdat toen de Arabische opstanden om zich heen grepen. In Syrië leidde dat tot het begin van de verwoestende burgeroorlogen tegen het regime van Assad, die pas in december tot een ontknoping kwamen.
In Libië zag die dynamiek er anders uit: het land viel in twee stukken uiteen. Dat gebeurde nadat de leider, generaal Muammar Gaddafi, in 2011 door zijn eigen mensen uit een rioolpijp werd gesleept en op straat werd gelyncht. De man had het land 42 jaar lang met ijzeren hand geleid.
Na 2011 streden twee sterke partijen om de macht: een groep die zijn machtsbasis heeft in de hoofdstad Tripoli en een rivaliserende groep die opereert vanuit de oostelijke stad Tobruk.
De overeenkomst met Syrië is dat ook de strijd in Libië zich ontpopte tot een proxy-oorlog: zo’n beetje alle grootmachten in de wereld steunden de ene dan wel de andere partij. En dat werd een totale chaos. Zo steunde Italië, dat vlakbij ligt, de officiële regering in Tripoli, maar Frankrijk zag liever krijgsheer Haftar aan de macht, die zijn machtsbasis in het oosten had.
Een ander voorbeeld: Turkije was voor Tripoli, Saudi-Arabië voor de militie van Haftar. De Verenigde Staten steunen de krachten in de hoofdstad, Rusland generaal Haftar.
Die dreiging heeft nog altijd niet geleid tot een eensgezinde internationale benadering van Libië
De ergste onderlinge conflicten werden in 2020 bijgelegd, maar een eenheid is Libië nooit meer geworden. En dat heeft grote gevolgen. Want in de loop van de jaren vol chaos heeft Libië zich ontwikkeld tot het centraal station van migranten uit andere landen. Dat merkt vooral Italië, waar tienduizenden migranten per jaar vanuit Libië aan land komen.

Behalve die migrantenproblematiek is er nog een belangrijk hoofdpijndossier, en dat is extremisme. Zoals altijd in het Midden-Oosten biedt chaos de ultieme gelegenheid voor jihadistische groepen. Die tieren dan ook welig in delen van Libië.
Toch heeft die dreiging nog altijd niet geleid tot een eensgezinde internationale benadering van Libië. Daarmee is het land in feite een voorbeeld van wat we nu, met de uiteenvallende wereldorde, overal om ons heen zien. Dat betoogt Midden-Oostenspecialist Jason Pack in zijn boek ”Libya and the Global Enduring Disorder”.
Er is géén gecoördineerde internationale diplomatie, er is géén instelling die de leiding neemt en er is zelfs niet eens zicht op onderlinge afstemming in de toekomst. De bende in Libië weerspiegelt dus in zekere zin de bende in de sterk verdeelde wereld van dit moment. Met in beide gevallen weinig hoop op spoedige verbetering.
rd.nl/blikmoosten