Kohlbrugges kerk in Amsterdam al jaren niet meer in gebruik
Het kerkgebouw van de hersteld lutherse gemeente in Amsterdam, waarvan Hermann Friedrich Kohlbrugge in zijn jeugd lid was, staat er nog wel, maar heeft geen functie meer als kerk.

De voormalige kerk bevindt zich aan de Kloveniersburgwal in het centrum van Amsterdam. Het majestueuze gebouw, in de stijl van het Hollands classicisme, met zestien ramen aan de voorzijde, heeft bovenaan in het midden een versiering met een vrouw en kinderen en een jaartal: MDCCXCIII (1793). Voor het gebouw staan bouwmaterialen en een bouwkeet. Aan de zijkant is een steiger geplaatst.
Een deur is open. Op de vloer staat een viertal grote lantaarns. Daarachter bevinden zich steigers, bouwmaterialen en een trap. Opvallend zijn de vele gele pilaren, niet alleen op de begane grond, maar ook op twee verdiepingen daarboven. Daar bevinden zich de vroegere galerijen van de kerk.
De hersteld lutherse gemeente in Amsterdam was in de negentiende eeuw verreweg de grootste gemeente van het kerkverband. Ze had zich in 1791 van de lutherse gemeente in Amsterdam afgescheiden na kritiek op de rationalistische verkondiging van een aantal predikanten.
Hier ging Hermann Friedrich Kohlbrugge (1803-1875) in zijn jeugd naar de kerk. Zijn vader, die zeepfabrikant was, had zich bij zijn vestiging in Amsterdam bij de hersteld lutherse gemeente gevoegd, maar werd pas in 1809 belijdend lidmaat. Misschien is daaruit te verklaren dat Hermann Friedrich in de Gereformeerde Kerk werd gedoopt.
Al op jonge leeftijd wilde de jongen predikant worden. Tijdens zijn studie werd hij aangesteld als hulpprediker in de Amsterdamse gemeente. Hij kwam hier in botsing met ds. D.R. Uckermann, die hij naar aanleiding van een in 1827 gehouden preek, van onrechtzinnigheid beschuldigde. De predikant wilde zijn mening niet herroepen. Het conflict leidde er uiteindelijk toe dat Kohlbrugge vervallen van zijn proponentsambt werd verklaard, waarna hij de gemeente verliet en pogingen deed om toegelaten te worden tot de Hervormde Kerk.
Lutherbijbel
De laatste kerkdienst in het Amsterdamse kerkgebouw werd in de jaren vijftig van de vorige eeuw gehouden. Daarna gebruikte De Nederlandsche Bank het gebouw als archiefdepot. Van 1995 tot 2019 was het in gebruik bij het Compagnie Theater. Nu wordt de voormalige kerk verbouwd tot een plek met moderne kantoorruimte.
De laatste kerkdienst werd in de jaren vijftig gehouden; momenteel wordt het pand verbouwd tot kantoorruimte
Gelukkig is er nog wel het een en ander over van het interieur. Het orgel hangt in de Eusebiuskerk in Arnhem, terwijl de preekstoel een plaats kreeg in de Grote Kerk van het Gelderse Elst.
In het Luther Museum Amsterdam is ook het een en ander bewaard, onder andere de oude kanselbijbel. Collectie-onderzoeker Inge Weustink haalt de Bijbel voorzichtig uit de kast en leest een inscriptie op de voorkant. Daar staat dat de Bijbel in 1791 aan de gemeente is geschonken door Karsten Waldorp. Nee, het Boek met de zilveren sloten is geen Statenbijbel, maar een in 1702 gedrukte Lutherbijbel, vertaald uit het Duits. Weustink: „Deze Bijbels bepaalden mede de identiteit van de lutherse gemeenten”.
In het museum is een portret te zien van een van een van de vroegere predikanten van de gemeente: ds. Johannes Hamelau (1737-1804). Ook hangt er een schilderij van Salomon van Ruysdael, ”De doop van de kamerling”, dat vroeger in de kerk gehangen heeft.
Weustink: „Het Luther Museum zet zich in voor het behoud van het lutherse erfgoed uit het hele land. In samenwerking met lutherse gemeenten draagt het zorg voor het behoud en de ontsluiting van het lutherse materiële en immateriële erfgoed, zodat waardevol erfgoed behouden blijft voor de toekomst”.