Wethouders: Rijksoverheid medeveroorzaker maatschappelijke onrust
Veel wethouders (95 procent) stellen in een nieuw onderzoek dat ze de Rijksoverheid zien als medeveroorzaker van maatschappelijke onrust, 74 procent rekent dit ook de gemeenten zelf aan. Dat meldt de Wethoudersvereniging vrijdag, die opdracht gaf tot het onderzoek.
Directeur Jeroen van Gool ziet dat wethouders budget en beleidsvrijheid nodig hebben van de landelijke overheid om hun taak waar te maken. „Aan beide ontbreekt het nu.” Van Gool zegt dat wethouders „alle zeilen moeten bijzetten” om stand te houden bij veranderingen in beleid en „onuitvoerbare wet- en regelgeving”. Als voorbeeld wijst hij op de asiel- en vluchtelingenwetgeving en ontwikkelingen in de energietransitie.
Het onderzoek onder wethouders is uitgevoerd door het Centre of Expertise Veiligheid & Veerkracht. Een groot deel van de ruim tweehonderd ondervraagde wethouders heeft weleens te maken gehad met maatschappelijke onrust. Het vertrouwen in de politiek neemt af en „de wethouder staat midden in dit krachtenspeelveld”, zegt Van Gool.
Meer dan de helft van de wethouders heeft in het onderzoek aangegeven dat de onrust gevolgen heeft voor het privéleven. Volgens Van Gool moet de onevenredige werkdruk en werklast bij wethouders ook omlaag om het werk aantrekkelijker te maken. „De spagaat waarin wethouders zich begeven, moet snel ten einde komen.”
Voor het onderzoek is een literatuurstudie gedaan en een media-analyse. Ook zijn 209 wethouders ondervraagd met een enquête. In totaal zijn er circa 1400 wethouders in Nederland. Verder heeft het Centre of Expertise Veiligheid & Veerkracht twee focusgroepen en diverse interviews en casestudies gehouden.