Brusselse handreiking voor Europese automerken geeft nu even lucht, maar is op termijn riskant
Brussel gunt de geplaagde Europese autofabrikanten een adempauze. Maar niet alle automerken zijn ermee geholpen.

Tegenvallende verkoopcijfers van elektrische auto’s, strenge regels om uitstootdoelstellingen te halen, importheffingen door geopolitieke spanningen. De Europese auto-industrie zit op zijn zachtst gezegd niet op zo veel weerstand te wachten.
Grote fabrikanten als de Volkswagen Group (VW, Audi, Seat, Skoda), Stellantis (onder meer Fiat, Peugeot, Opel) en de Renault Group hebben daarom woensdag gespannen geluisterd naar wat Ursula von der Leyen te vertellen heeft. De voorzitter van de Europese Commissie ontvouwde woensdag haar plannen voor de nabije toekomst van de Europese autofabrikanten.
De producenten krijgen nu drie jaar de tijd in plaats van één om aan de norm te voldoen
Een belangrijke maatregel om ervoor te zorgen dat de automerken wat meer lucht krijgen, kondigde zij maandag al aan door de bedrijven meer tijd te geven om aan de uitstootnorm voor CO2 te voldoen. De emissiereductiedoelstelling blijft bestaan, maar de autoproducenten krijgen van Brussel nu drie jaar de tijd in plaats van één om aan de norm te voldoen.
Ook de boetes die afgesproken zijn als bedrijven uiteindelijk niet voldoen aan de normen blijven, vertelde Von der Leyen. „Bedrijven moeten de doelstellingen halen, maar dit betekent meer ademruimte voor de industrie.” Het Europees Parlement moet de plannen nog wel goedkeuren.
„Dit biedt de auto-industrie de ruimte om op korte termijn verschillende soorten auto’s te bouwen en bijvoorbeeld ook in te zetten op hybride auto’s zonder stekker”, zegt Rico Luman, sectoreconoom automotive bij ING.
Voor de Europese autobedrijven zat er woensdag misschien nog wel meer in het vat. De internationale persdienst Reuters heeft een conceptversie van de Brusselse plannen ingezien waaruit blijkt dat aankoopsubsidies, meer focus op lokale productie en mogelijk zelfs vrijstelling van CO2-boetes op tafel liggen.
Geschenk
De ademruimte die Von der Leyen nu in gedachten heeft voor de auto-industrie zorgt voor ademnood bij Transport & Environment (T&E), die zichzelf „Europa’s belangrijkste pleitbezorgers voor transport en energie” noemt. T&E vindt de maatregel om fabrikanten meer tijd te geven om aan de uitstootnorm voor CO2 te voldoen een „ongekend geschenk aan de Europese auto-industrie in het midden van een nalevingsjaar”.
Ook niet alle autofabrikanten zijn blij met een versoepeling van regelgeving. Volvo, bijvoorbeeld, ziet helemaal niets in de jongste plannen van Brussel. Het van oorsprong Zweedse automerk vindt dat de Europese fabrikanten genoeg tijd hebben gehad om zich voor te bereiden op regelgeving. Bovendien denkt Volvo dat een versoepeling van regels ertoe bijdraagt dat de overstap naar productielijnen voor volledig elektrische auto’s bij automerken die achterlopen, nu vertraging oploopt.
De CEO van Polestar, het elektrische zustermerk van Volvo, laat deze krant weten dat het helemaal niet zo slecht gaat met de verkoop van stekkerauto’s in Europa. „De mensen in Europa lopen voor op de politiek; in januari waren de verkopen van elektrische voertuigen 34 procent hoger dan het jaar ervoor. Veel autofabrikanten hebben hun huiswerk gedaan en geïnvesteerd in emissievrije voertuigen om een beslissende bijdrage te leveren aan de strijd tegen klimaatverandering”, zegt Polestarbaas Michael Lohscheller.
Blij
De Europese autofabrikantenkoepel ACEA is juist wel blij met de milde handreiking vanuit Brussel. In de ACEA zitten de vijftien grootste automerken die in Europa actief zijn, zoals Volkswagen, Toyota, Mercedes, BMW, Renault, Ford, Hyundai en het Nederlandse DAF Trucks. Voorzitter Ola Källenius, tevens CEO van Mercedes-Benz: „Deze strategische dialoog komt precies op het juiste moment.” Hij zegt de voorgestelde CO2-verlichtingsmaatregelen te waarderen: „Maar laat me duidelijk zijn over onze primaire zorg: hoe zetten we de koers uit naar 2035 met de nodige flexibiliteit en het pragmatisme om deze overgang te laten slagen?”
Von der Leyen is zich ervan bewust dat de ene autofabrikant verder is dan de andere en stelt dat er „aan de andere kant voorspelbaarheid en rechtvaardigheid nodig is voor de pioniers, degenen die hun huiswerk met succes hebben gedaan”. Maar voor alle fabrikanten geldt dat er in totaal honderden miljarden euro’s zijn geïnvesteerd in de elektrificatie van hun modellen. Van een weg terug spreekt dan ook niemand. Die is er namelijk niet.
ING-econoom Luman: „De einddatum van 2035 voor volledige overgang naar emissievrije autoverkoop blijft overeind. Dat is gunstig voor de transitie die nodig is, maar tegelijkertijd brengt de versoepeling voor dit jaar het risico met zich mee dat achterblijvers zichzelf meer tijd gunnen en later alsnog de doelstelling missen. Gezien de toenemende concurrentie van Chinese fabrikanten is het ook belangrijk om vaart te blijven maken.”