Jaap Jan Steensma promoveert aan TUA op rol van orgel in Nederlands protestantisme
Hoe kon het orgel zo’n belangrijke rol krijgen binnen het Nederlandse protestantisme? Die vraag beantwoordt Jaap Jan Steensma in zijn dissertatie, waarop hij op maandag 17 maart aan de Theologische Universiteit Apeldoorn promoveert.

Drs. Steensma (1984) is musicoloog en als orgeladviseur actief in heel Nederland. Als kerkorganist is hij werkzaam in de protestantse gemeente Vleuten-De Meern, de Église Wallonne d’Utrecht en de Holy Trinity Anglican Church in Utrecht. Ook is hij sinds 2009 organist van de Universiteit Utrecht.

De achterliggende jaren deed Steensma onder leiding van prof. dr. Albert Clement onderzoek naar de rol van het orgel in het Nederlandse gereformeerde protestantisme. De resultaten van zijn studie vonden hun weerslag in de studie ”Het orgel als identiteitsdrager binnen het Nederlands protestantisme 1574-1798”.
Steensma: „Volgens de gangbare theorie wilden predikanten en kerkenraden het orgel na de Reformatie uit de kerken verbannen. Dat het toch bleef, zou dan vooral te danken zijn aan overheden die hun kostbare instrumenten wilden beschermen. Vanaf circa 1640 zouden zij kerken er zelfs toe dwingen het orgel in te zetten bij samenzang, waarna het van lieverlee zijn weg vond in de Nederlandse kerken.”
De onderzoeker ontdekte echter dat deze traditionele verklaring haaks staat op het feit dat veel kerken het instrument na verloop van tijd met veel enthousiasme omarmden. „Zelfs zozeer, dat kerk en orgel in de beleving van veel mensen onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.”
In zijn onderzoek toont Steensma aan dat het spanningsveld tussen kerk en overheid als het gaat om het orgelspel een 19e-eeuwse constructie is. „Wanneer dit interpretatiekader wordt losgelaten, blijkt dat het orgelspel al sinds het begin van de Reformatie onderdeel is van de protestants-christelijke identiteitsbeleving.” Voorbeelden van deze identiteitsbeleving zijn volgens de onderzoeker te vinden in de praktische omgang met het orgel in de Nederlandse kerken, in discussies rond de invoering van de gemeentezangbegeleiding en in bewaard gebleven 18e-eeuwse orgelpreken die werden uitgesproken ter gelegenheid van een orgelinwijding.
De promotieplechtigheid vindt plaats op 17 maart om 13.30 uur in de aula van de Theologische Universiteit Apeldoorn.
Meer informatie: www.tua.nl en www.orgeladvies.nl