Suriname herdenkt staatsgreep zonder Bouterse
Suriname herdenkt deze dinsdag dat het precies 45 jaar geleden is dat militairen via een staatsgreep de macht grepen. Het is voor het eerst dat dit zonder Desi Bouterse gebeurt, de man die ruim vier decennia min of meer de geschiedenis bepaalde.

Sinds 2021 is 25 februari geen nationale vrije dag meer. De ”Dag van Bevrijding en Vernieuwing” was door president Chandrikapersad Santokhi in de ban gedaan, nadat zijn voorganger Bouterse deze bijna tien jaar eerder tot nationale feestdag had verheven. Op de plaats in Paramaribo waar vroeger het hoofdbureau van politie stond en nu het Monument van de Revolutie staat, hebben Bouterse en zijn aanhang ieder jaar een herdenking gehouden. Vorig jaar was Bouterse daar voor het eerst al niet bij. Toen was hij als veroordeelde voor de Decembermoorden van 1982 voortvluchtig. Uiteindelijk is hij eind vorig jaar overleden.
Revolutie
Ook dit jaar vindt er een bijeenkomst plaats, waarbij hij vooral zal worden herdacht. Bouterses Nationale Democratische Partij, die voortgekomen is uit de militaire periode, is vooral nog zoekende hoe ze zonder hem verder moet. En slaat daarbij een toon aan waarvan menig Suriname gruwt. De nieuwe voorzitter, Jennifer Simons, zei afgelopen weekeinde op een partijbijeenkomst dat er opnieuw een revolutie moet plaatsvinden. Weliswaar „een revolutie zonder wapens’’, maar het is iets dat de mensen niet graag horen.
Alleen al om die reden zouden alle herinneringen aan die periode moeten worden uitgewist. En zeker niet mogen worden herdacht of bejubeld. Zo willen zij ook af van de naam van de enige snelweg die Suriname kent en naar Bouterse is vernoemd. Maar president Santokhi weigert dit, omdat er „belangrijkere vraagstukken” zijn.
Die reactie is volledig in het verkeerde keelgat geschoten van de nabestaanden van de slachtoffers van het regime-Bouterse. „Dit is een grove belediging voor de rechtsstaat”, zegt Sunil Oemrawsingh, voorzitter van de Stichting 8 december 1982. Twee ooms van hem werden tijdens de militaire periode vermoord en de juwelierszaak van zijn ouders ging tijdens de coup van 1980 in vlammen op.
Kans gemist
Hij meent dat de president de kans een kans heeft gemist om een krachtig signaal af te geven. „Hij biedt ruimte aan de verheerlijking van een veroordeelde mensenrechtenschender. Het is niet alleen hypocriet, maar ook een bewijs dat rechtvaardigheid en moraal nog steeds ondergeschikt worden gemaakt aan politieke berekeningen.”
Het komt bij Oemrawsingh raar over dat de weigering komt op een moment dat wereldwijd juist wordt afgerekend met het vereren van misdadige figuren uit het slavernijverleden, zoals in Nederland. „Wij zullen als nabestaanden echter blijven aandringen op het wissen van deze smet op ons land en doorgaan tot de naam is veranderd”, verzekert Oemrawsingh.
„Er moet een nieuwe naam komen die recht doet aan democratische waarden en de strijd tegen straffeloosheid”, vervolgt Oemrawsingh. „Het is tijd dat de regering-Santokhi zich duidelijk uitspreekt en ervoor zorgt dat Suriname geen erfenis van dictatuur en straffeloosheid in stand houdt.”