Moet Noorwegen kinderen van Jehova’s getuigen beschermen tegen angst?
Het gerechtshof in Noorwegen houdt ons nog drie weken in spanning. Maar kenners zeggen nu al dat het vonnis half maart over godsdienstvrijheid historisch zal zijn.

Twee jaar geleden stopte de Noorse staat de geldstroom naar de Jehova’s getuigen. Reden: de Jehova’s zouden psychisch geweld plegen tegen minderjarigen. In februari besteedde het hof twee weken aan de zaak.
De getuigen dopen tieners rond hun veertiende. Vanaf dat moment kunnen ze onder tucht komen. Als ze daadwerkelijk worden uitgesloten, mogen andere getuigen hen niet eens meer groeten.
Geloofsgemeenschappen mogen natuurlijk hun eigen visie op uitsluiting hebben, zegt de staat. Maar de Jehova’s maken vrije uittreding voor minderjarigen te moeilijk. Sterker, ze maken kinderen bang dat ze papa en mama nooit meer zullen zien als ze zich niet aan de regels houden. Dat soort permanente angst zou psychisch geweld zijn. De staat wil minderjarigen daartegen beschermen.
In Noorwegen krijgen alle geregistreerde geloofsgroepen per lid evenveel geld van de overheid. Deze groepen mogen ook huwelijken sluiten.
In 2022 trok de overheid de erkenning van de Jehova’s getuigen in. Dat gaat niet alleen om 1,3 miljoen euro per jaar; het betekent ook dat jonge stellen in een andere kerk of op het gemeentehuis moeten trouwen. En het leidt tot de kromme situatie dat Noorse getuigen via de belasting wel aan andere kerken meebetalen.
Zo’n beslissing is ook stigmatiserend. Veel getuigen zullen het aan de deur hebben gehoord: „Jullie zijn een gevaar voor de veiligheid van onze kinderen.”

De advocaat van de staat had getuigen opgeroepen om te vertellen hoe erg hun jeugd was. Bloedstollende verhalen natuurlijk, maar wat bewijzen ze? Bovendien werden deze getuigenissen van de ex-getuigen niet onderzocht. Als bewijs is dit allemaal dun.
Opvallend is dat veel christenen in Noorwegen zich achter de getuigen scharen. De hoofdredacteur van het christelijk dagblad Dagen, Vebjørn Selbekk, noemt het „laf” van de staat om zich te richten op een geïsoleerde groep om wie niemand zich bekommert.
Nu is geloofsvrijheid nooit absoluut. Vrijheid bestaat binnen de grenzen van de wet. Terecht bevat de Noorse Wet op religieuze gemeenschappen daarom voorwaarden, onder meer over het respect voor kinderrechten. Kinderrechten liggen vast in de wet. Uiteindelijk draait het om de vraag of die wet is overtreden.
We weten nog niet waar de rechters half maart mee komen. Maar we weten wel dat kinderrechten steeds belangrijker worden. Dit kan geloofsgroepen belemmeren. Denk bijvoorbeeld aan hoe plausibel vandaag een pleidooi voor een verbod op (jongens)besnijdenis klinkt.
Daarnaast vraag je je af of kerken niet gewoon beter met eigen geld kunnen werken. In alle landen waar kerken subsidies ontvangen, bestaat spanning over de bemoeizucht van de staat. Die spanning neemt toe zodra de kloof tussen de kerkelijke waarden en de politieke idealen toeneemt. Armoe kan dan ook vrijheid inhouden.
__