Het instituut lanceerde in november vorig jaar een nieuwe app. Daarin krijgen mensen waarschuwingen bij gevaarlijk weer. Ook is het lokale weerbericht te zien en zijn radarbeelden te bekijken. De weerbedrijven stelden dat het aanbieden van zo’n gedetailleerd weerbericht niet tot de taken van het KNMI behoort. Ze eisten dat het KNMI alleen een beperkt weerbericht zou verstrekken.

De specifieke gegevens per locatie staan al sinds 2017 in de KNMI-app. Het is de rechter dan ook niet duidelijk wat het spoedeisende belang van de weerbedrijven is in deze zaak. „Zo’n spoedeisend belang is wel nodig om in kort geding een vordering toegewezen te krijgen”, aldus de rechtbank Den Haag.

De weerbedrijven eisten ook dat het KNMI geen prognose van de weerradar in zijn app zou aanbieden. Die functie zit nu nog niet in de app. De rechter wijst ook deze eis af, omdat gewerkt wordt aan een wijziging in de wettelijke taken van het KNMI. Daarin wordt het aanbieden van de radarprognose juist wel geregeld. „Het is niet aan de voorzieningenrechter om in te grijpen in dat proces”, aldus de rechtbank.

Het KNMI reageert tevreden op de uitkomst van de zaak. „De uitspraak maakt verdere ontwikkeling mogelijk van de informatievoorziening richting de samenleving over het weer en over weersextremen”, reageert een woordvoerder. Dat gebeurt volgens haar „op een manier die past bij onze publieke taak”.

Menno Bom van de NVWB is teleurgesteld over de uitspraak. „Op het marktverstorende aspect gaat de rechter eigenlijk niet in”, zegt hij. „We blijven bij het feit dat een gezonde samenwerking tussen het KNMI en de private weerbedrijven cruciaal is voor de kwaliteit en beschikbaarheid van weersinformatie.” Bom hoopt dat de overheid alsnog ingrijpt. „We komen via de rechter nu niet verder, en doen een beroep op de overheid om de impact van de ontwikkeling kritisch te evalueren.”