Berooide scheepvaartinspecteur maakt herstart op Curaçao
Kees van Santen (69) was meer dan dertig jaar scheepvaartinspecteur in Venezuela, maar moest het land ontvluchten na corruptie, afpersingen en doodsbedreigingen. Op buureiland Curaçao herpakte hij zich.


Vanwege zijn huwelijk belandde Van Santen al op jonge leeftijd in Venezuela. Hij begon er zijn carrière als bergingsinspecteur in de scheepvaart, zonder een woord Spaans te spreken. „Ik kreeg een goed salaris, maar kort daarna belandde de munt in een duikvlucht en konden we als gezin niet meer rondkomen.”
Van Santen vond nieuw werk als scheepvaartinspecteur in de Mexicaanse havenstad Coatzacoalcos. „Daar leerde ik alles rond olie: schepen en tankers, olietanks, ruwe olie, smeerolie, noem maar op.” Na vier jaar vertrok hij er weer, want steeds vaker moest hij voor de baas, om meer winst te maken, schepen certificeren zonder iets gezien te hebben. „Dat wilde ik niet op mijn geweten hebben.”
Gouden jaren
Venezuela bleef trekken; het land ging in de jaren 90 van de vorige eeuw open voor buitenlandse oliemaatschappijen. Van Santen startte er een eigen inspectiebedrijf en inspecteerde voor Shell en Chevron alles wat maar met olie te maken had: tanks, tankers, installaties op boorplatforms. „Gouden jaren, ik kon het werk amper aan.”
Dat veranderde nadat president Hugo Chávez in 1999 aantrad. Onder de presidenten Chávez en Maduro werd Venezuela communistisch. Toen kwamen de grootste klappen. „Alles holde achteruit. Je zag de corruptie hoogtij vieren. Staatsoliemaatschappij PDVSA werd een politiek instrument van het bewind, buitenlandse oliemaatschappijen zoals Shell vertrokken. De oliesector viel eigenlijk stil, scheepvaart was er amper meer, inspecties waren voor klanten onbetaalbaar. Ik switchte toen naar de meer algemene scheepvaartinspectie en die van kranen en hijswerktuigen.”
Van Santen is al geen rappe prater, maar als het over die laatste jaren in Venezuela gaat, valt hij vaak stil. „Nu eens was er iets met mijn paspoort, dan weer met de registratie van mijn bedrijf. Steeds maar weer moest ik betalen. Altijd waren er Cubanen bij betrokken. Ik kreeg doodsbedreigingen voor mezelf, maar ook voor mijn gezin. Mijn vrouw Maria durfde de kinderen niet meer naar school te brengen. Vreselijk toch, als je vrouw en je kinderen niet meer veilig zijn.”
Door chaotisch overheidsbeleid en een internationale boycot raakte Van Santen zonder werk. Toen elk perspectief op bestaansverbetering uitbleef en spaargeld en pensioen door de valutacrisis volledig waren verdampt, ontvluchtten ze in 2016 het land, met alleen wat koffers. „Meubilair, de hond en de kat, we moesten alles achterlaten.”
Kerk
„Op Curaçao kon ik weer naar een Nederlandstalige kerk. In de protestantse Fortkerk van Willemstad voelde het een beetje als thuiskomen. De predikant hielp onze jongste zoon aan een plek op de protestants-christelijke school, waar eigenlijk een wachtlijst was. We werden geholpen met echte liefde. Een gemeentelid werkte in de haven en had zowaar opdrachten voor me. Had ik voor zo’n klus een extra handje nodig, dan hielp een ander lid me weer, geweldig!”
De lichten sprongen voor Van Santen weer op groen: de raffinaderij draaide toen nog, er was veel scheepvaart, deuren gingen ook open bij Damen Shiprepair. „Ik had het geld natuurlijk hard nodig om er weer bovenop te komen na alle startkosten voor werk en wonen.”
In die tijd vertrokken miljoenen mensen uit Venezuela; niet de beste tijd om je huis te verkopen. Vervoer van meubilair naar Curaçao was onmogelijk, omdat er geen scheepvaartverbinding meer was. „We hebben uiteindelijk alles voor een appel en een ei verkocht.”
Met een nog steeds onmiskenbaar accent van de Zuid-Hollandse eilanden zucht hij: „Het was afzien, we moesten in die beginjaren op Curaçao wel elk dubbeltje omdraaien.”

Na de sluiting van de Curaçaose raffinaderij viel veel scheepvaart weg, maar kreeg Van Santen werk van het Nederlandse bouwconcern BAM bij de bouw van een megapier voor cruiseschepen en van het eveneens Nederlandse bouw- en ontwikkelbedrijf Ballast Nedam bij de bouw van een nieuw ziekenhuis.
Ook ging hij zich steeds meer toeleggen op bijvoorbeeld het ijken van magnetische scheepskompassen. „Nu ben ik mijn zoon Miguel Angel daarin aan het opleiden.”
Intussen vliegt hij voor klussen naar Aruba, Bonaire, Sint-Maarten of voor specifiek werk voor BAM naar New York, de Bahama’s en Jamaica. „Ik heb hier op Curaçao in acht jaar meer geleerd dan in dertig jaar Venezuela.” Zo certificeerde hij laatst op het eiland de balkconstructie voor een nieuwe MRI-scan in het ziekenhuis en keurde hij kranen voor het plaatsen van enorme windmolens.
Van Santen kijkt bedenkelijk en krabt zich achter de oren: „Soms vraagt een bedrijf geen certificaat waar dat wettelijk wel moet. Op Curaçao schort het helaas nogal aan handhaving. Of men laat herkeuringen achterwege. De veiligheid is daarmee niet gediend. Ook hier zie ik steeds meer dingen gebeuren die me aan Venezuela doen denken.” Hij benadrukt: „Alles op en rond schepen moet gecertificeerd zijn: kranen, vorkheftrucks, reddingsboten, alles.”
Heimwee
„De start hier was vreselijk: ons gehuurde huis zat bij aankomst op slot, er was geen water en geen stroom. Ik moest met minibusjes overal achteraan: een school voor de kinderen, een bankrekening. Maria had eerst heimwee, maar het heeft geen zin meer om terug te verlangen naar Venezuela”, verzucht Van Santen. „Ook haar hele familie is intussen het land ontvlucht.” Maria heeft Nederlands geleerd voor haar inburgeringscursus. Een paar maanden geleden kreeg ze eindelijk haar Nederlandse paspoort. Af en toe gaan ze nu ook wel samen naar een Nederlandstalige evangelische gemeente.
Maria: „Daar kan ik met mijn telefoon scannen wat de beamer laat zien en dan krijg ik meteen de Spaanse vertaling, voor mij heel fijn!” Kees: „Mijn geloof is in Curaçao zeer versterkt. Ik heb altijd geloofd op mijn manier: niet licht, niet zwaar, maar meer rechtdoorzee. Veel vragen zijn hier beantwoord, maar het weten wil niet zeggen dat je van het boze afkomt.”