Geen pepermuntje, maar paracetamol gaat in de kerk van hand tot hand
Kerkgangers die op afgetrapte schoenen de bank in schuiven, sommigen blootsvoets. Gemeenteleden die geen pepermuntjes, maar paracetamol uitwisselen. Of ze brachten een pannetje mee om te laten vullen met bonen. Het zijn taferelen waarmee je ’s zondags in Cubaanse kerken kunt worden geconfronteerd. Want de nood onder de bevolking is groot en dat gaat aan gemeenteleden niet voorbij.

Wat in een Nederlandse kerkdienst nog als liturgisch onderdeel apart is te houden („de collecte is bestemd voor…”), glipt in Cuba mee de kerk binnen. Om brutaal en opzichtig de aandacht op te eisen, rij na rij en tot op de preekstoel: versleten kleding, afgetrapt schoeisel.
Ook voorgangers ontkomen niet aan deze verloedering van het leven. Als iemand me daarvan overtuigt, is het ds. Eidy Perez (48), die samen met zijn vrouw Amber (50) dominee is van een kleine wijkgemeente in Sancti Spiritus, een stad in het oosten van Cuba. Het predikantsechtpaar kreeg drie kinderen: een zoon (24) en twee dochters van 19 en 13.
„Het grootste probleem voor gemeenteleden en voor ons als gezin zijn de torenhoge prijzen voor voedsel”, zegt Amber. „Om je daarvan een voorbeeld te geven: het inkomen van een van mijn baantjes bedraagt 4200 peso. Als ik daarvan voor het avondeten kippenvlees wil kopen, kost me dat meer dan 3000 peso – dat is bijna een heel maandsalaris.” Geregeld gebeurt het dat hun kinderen niet ontbijten omdat daar geen geld voor was.
Omdat de (van staatswege geregelde) voedselverstrekking opdroogt –met almaar kleinere porties brood en rijst– zijn gezinnen aangewezen op de zwarte markt. Iedere dag rijden ze voorbij: kooplui die hun waar tegen woekerprijzen aanprijzen. Amber gruwt ervan. „Cubanen vermoorden elkaar door zulke prijzen te vragen.”
Gelukkig is er de kerk. Armoede mag op zondag daar pijnlijk zichtbaar worden in schoeisel en kledij, er is ook een antwoord op die nood. Amber: „Het voordeel van een kleine gemeente is dat we elkaar goed kennen en ook snel dingen kunnen delen.” Nuttig vindt ze de appgroep waarmee vraag en aanbod snel zijn te koppelen. „We zijn een soort familie voor elkaar”, aldus Amber.
De verkondiging van het Evangelie is volgens haar het ultieme antwoord op alle ontberingen. „Leef dicht bij God, want in Zijn nabijheid komt het goed”, zo klinkt het wekelijks vanaf de kansel. Ambers ogen schitteren als ze erover begint. „Hij weet van onze nood en drukt ons op het hart: eens zullen jullie tranen worden afgewist.”
rd.nl/doneren