Dakloos
Toen ik op zondagmorgen in alle vroegte de trap af liep in mijn appartementengebouw, was er ineens die verrassing. Op de derde verdieping lag in het trappenhuis een dakloze te slapen.

Ik moest letterlijk over de man heen stappen om verder naar beneden te kunnen lopen. Wat me bezielde weet ik niet, maar ik dacht geen moment aan de problemen van die man. Ik had maar één gedachte. En die was dat ik nu echt heel snel door moest lopen omdat ik anders te laat zou zijn voor de eerste van de twee morgendiensten die in onze gemeente op de zondag gehouden worden.
Dus stapte ik zonder aarzelen over de in een dikke jas gewikkelde man heen. Of ik hem gegroet heb? Ik weet het werkelijk niet meer. Wat ik nog wel weet, is dat hij wakker werd van mijn voetstappen en me wat lodderig aankeek. Waarschijnlijk bang dat hij uit het gebouw gejaagd zou worden. Want in ons appartementencomplex is, met het oog op een opvanghuis voor daklozen een straat verderop, alles erop gericht dat er geen vreemdelingen het pand binnenkomen.
Toen ik, royaal op tijd, in de kerkbank schoof, begon het eigenlijk pas echt tot me door te dringen wat er was gebeurd. Omstandig begon ik mezelf in m’n hoofd te verontschuldigen voor m’n handelwijze. Wat had ik kunnen doen? Zo’n vreemde man in huis vragen en hem een ontbijt aanbieden?
Maar een mens kan toch niet alle daklozen in de stad opvangen? Nee, dat hoeft ook niet, zei een zacht maar duidelijk protesterend stemmetje in m’n hoofd. Maar het ging hier ook niet over álle daklozen, maar over deze éne man die bijna letterlijk op m’n weg was neergelegd.
Een paar dagen later vertelde ik het voorval tegen een buurvrouw. Die keek me verbaasd aan toen ik zei dat ik snel was doorgelopen om op tijd in de kerk te kunnen zijn. „En wat zeiden ze in de kerk? Dat je hem wel mee had kunnen nemen? Of hem in ieder geval wat eten aan had kunnen bieden? Naastenliefde, daar gaat het toch om in de kerk?”
Ze zei het meer constaterend dan verwijtend, maar de pijl die ze afschoot, trof doel. Dus ben ik maar heel snel over een ander onderwerp begonnen, lafaard die ik ben.
Wim van Egdom schrijft over het dagelijks leven. En meer. Soms met een knipoog.