Zwaaien, zwenken, zwikken
Fel zonlicht, een strakblauwe lucht, een witbevroren landschap. Een flintertje winterweer in Nederland. Het kan een verademing zijn na een groot aantal grauwgrijze dagen die van de winter een halve herfst maakten. Op opgespoten natuurijsbanen –zoals hier die van de Doornsche IJsclub– konden de afgelopen dagen de ijzers ondergebonden worden. Geen Elfstedentocht, geen Anton Pieckachtige taferelen met koek-en-zopie, maar de schaatsen konden in elk geval uit het vet.
Dat kan best even onwennig zijn, na zo lange tijd. Zie ze gaan, de vader en de vier kinderen. Blozende wangen onder een warmhoudmuts. Soms opeens een wilde armbeweging om het evenwicht te herstellen. Met zwaaien, zwenken en zwikken houd je jezelf op de been. Daar kun je allerlei beelden in zien en lessen bij bedenken, maar buitenactiviteiten als schaatsen zijn nu juist bedoeld om even niet zo hard na te denken. Even het hersenraderwerk op standje lager. Daar frist een mens van op.