Herdenking watersnood: stilstaan bij een ramp die soms diep is weggestopt
„Maar, HEER’, Gij zijt veel sterker dan ’t geweld der waat’ren”, zingt Nieuwe-Tonge. Het Flakkeese dorp herdacht zaterdag de slachtoffers van de watersnood in 1953.
Nieuwe-Tonge wéét wat het geweld der wateren is. Negentig namen klinken deze middag door de dorpskerk, en negentig leeftijden. Negentig mensen kwamen om in Nieuwe-Tonge en in het gehucht Battenoord, van wie enkelen in de gemeente Herkingen.
„Plona Koppenaal-Palingdood, 88 jaar.” Johannes, haar man, was twee maanden ouder. Oók 88. Beiden verdronken. Maar ook tal van kinderen werden door de golven verzwolgen, vaak meerderen uit een gezin.
Nieuwe-Tonge herdenkt. Vooraf klinken orgelklanken door de oude kerk: „Blijf bij mij, Heer’...”, „Wie maar de goede God laat zorgen...” en Psalm 42. Muziekvereniging Apollo brengt ”Eventide” ten gehore, de compositie die Jacob de Haan voor de bevrijdingsherdenking schreef. En ook ”Nearer, my God, to Thee”, het lied dat –volgens een weersproken verhaal– gespeeld zou zijn toen in 1912 de Titanic zonk.
Zuidwest-Nederland herdenkt deze zaterdag een recentere ramp: de watersnood op 1 februari 1953. Wat een verschil in weersomstandigheden met 1 februari dit jaar, zegt dorpsraadvoorzitter Anne-Karin Guijt-Holleman. Nu zonneschijn en kalm weer. Destijds „verschrikkelijke orkaankracht, hoge waterstanden”.
Vloedgolf van verdriet
De basisschoolleerlingen Manou Guijt en Iris Dagevos vertellen wat ze erover hoorden, ook tijdens de lessen die aan de herdenking voorafgingen: „Mensen lagen nog lekker te slapen...”, „mensen schreeuwden om hulp.” Kinderen zagen hun ouders verdrinken; ouders zagen hun kinderen meegesleurd worden door het water. Op de dijk werd geworsteld met zandzakken. Mensen zaten op het dak van hun huis zonder dat iemand hen kon helpen.
Dat leed dragen de mensen in het rampgebied mee. Erover praten is soms moeilijk, zegt ds. H.A. Neervoort. Ruim twee jaar dient hij de hervormde gemeenten van Nieuwe-Tonge en Herkingen en hij komt „de ramp” steeds weer tegen. Al is die soms diep weggestopt. „Hoe zou ik het me kunnen voorstellen wat het betekent geliefden weggespoeld te zien worden? Een immense vloedgolf van verdriet, pijn en ellende. Zo’n gebeurtenis uit zich soms in woede, of in onverschilligheid.”
Verdriet heeft in de Bijbel een grote plaats, zegt de predikant. „Ik ben een beelddenker: sommige pagina’s zijn bij wijze van spreken nat van de tranen.” Van David staat zeven keer vermeld dat hij huilde, van Jozef acht keer, van Paulus vier keer. Ds. Neervoort noemt ook Jeremia en Petrus.
„De laatste keer dat de Bijbel over tranen spreekt, is Openbaring 21: „En God zal alle tranen van hun ogen afwissen; en de dood zal niet meer zijn.” Op het waarom van de watersnood is geen antwoord te geven, maar deze tekst tilt ons even boven het lijden uit. Laat de golven van het lijden u niet weghouden bij de Heere, maar laat ze u bij Jezus doen uitkomen. Hij kent uw pijn. Hoop op Hem, sla ’t oog naar boven.”
Basisschoolleerling Marcel leest een verhaal voor over een vrouw die tijdens de storm bezittingen in de moestuin begroef, kort voordat een reusachtige golf haar meevoerde. Jaren later stuitte haar dochter tijdens het schoffelen op een kistje. Daarin zat geld, en een briefje voor haar.
Aan de slag
In stille tocht –de erewacht van brandweer, militairen en Rode Kruis voorop– trekken de dorpsbewoners naar het watersnoodmonument op het Finlandplein. De naam herinnert aan de Scandinavische landen die het rampgebied houten noodwoningen schonken.
Heemraad Frank van Oorschot van Waterschap Hollandse Delta noemt het herdenken van de ramp van 72 jaar geleden van groot belang. „De belangrijkste les is dat we niet te laat in actie komen. Door klimaatverandering komt het water nu van drie kanten. In 1953 kwam het van zee en die kans neemt alleen maar toe door zeespiegelstijging. In 1995 kwam het water van achteren, van de grote rivieren. Grote delen van ons rivierengebied moesten worden geëvacueerd. En in 2021 kwam het water van boven. Een waterbom trof onder andere Limburg. Willen we hier veilig en gezond blijven leven, dan moeten we allemaal aan de slag.”
Kransen worden gelegd, een trompetsignaal klinkt. Dan denkt Nieuwe-Tonge in stilte terug aan de tragedie die het dorp teisterde. Die in families een gat sloeg. Soms een heel groot gat. Op het monument staan woorden uit Psalm 93: „Doch de Heere in de hoogte is geweldiger dan het bruisen van grote wateren.”