„Rond huiskerken was er altijd de dreiging van bulldozers”
Of hij Russisch wilde gaan studeren, was het verzoek dat ds. José in de jaren 70 kreeg. Hij had zojuist de middelbare school afgerond en dat studieadvies van de autoriteiten klonk meelevend. In werkelijkheid zat er een vileine bedoeling achter: hem van zijn geloof afbrengen, want ze wisten dat hij christen was. En stond Russisch niet gelijk aan communistisch, en dus anti-christelijk?
God bewaarde hem ervoor dat hij zwichtte voor het voorstel, maar ds. José (zijn echte naam is bij de redactie bekend) betaalde daarvoor een prijs. Als hij later docent Engels wordt, volgt na drie jaar ontslag „omdat u als christen een verkeerde invloed hebt op de leerlingen.” Het regime meende zo af te zijn van „deze christen”, maar dat bleek een vergissing. Al gauw daarna wist ds. José zich door God geroepen om predikant te worden. Na vier jaar studie wordt hij voorganger in een gemeente, en vandaaruit sticht hij nieuwe gemeenten. Uitbreiding van Gods Koninkrijk is wat hij beoogt, en precies dát wil het Cubaanse regime voorkomen. „Ieder moment konden er bulldozers opduiken om de kerkjes met de grond gelijk te maken.”
Talloze keren werd hij op het politiebureau ontboden. Waar ze hem presten te stoppen met zijn kerkewerk. José herinnert zich die tijd als „uitermate stressvol voor hem en zijn gezin”. Maar hij peinsde er niet over om het op een akkoordje met de staat te gooien. Nóg moet hij niets hebben van kerken die met de staat aanpappen. Als reden noemt hij de geest van moderne theologie die er rondwaart. Homoseksuele praktijken, abortus en evolutiedenken zijn er volgens hem gemeengoed. De leiders van de Cubaanse revolutie worden er geëerd als mannen Gods. Daartegenover plaatst ds. José zijn kerk als een in steen opgetrokken profetische stem, die zegt wat van Godswege moet worden gezegd.
Een leiderschapstraining zoals Open Doors (OD) die met geld van de RD-actie wil starten, ziet hij om die reden als een groot goed: „Voorgangers moeten leren standhouden zodra de staat op hen afkomt.”
Zo’n training dient nóg een doel en dat is het tekort aan voorgangers tegengaan. De oorzaak daarvan is het vertrek van Cubanen richting het buitenland, omdat hun verpauperde vaderland trouw blijven hen moedeloos maakt. De uittocht gaat de kerken niet voorbij en deze vlucht pakt geestelijk slecht uit voor de christelijke gemeente. Ook –en wat ds. José betreft voorál– om die reden zijn trainingen van (nieuwe) leiders meer dan welkom.