Kerk & religieSymposium HDC

Duizendpoot dr. George Puchinger, van polemicus tot interviewer

Dr. George Puchinger ontwikkelde zich van een „vurige idealist” tot een „realist met oog voor de harde eisen van de werkelijkheid”. Hij was een groot historicus en interviewer, maar ook een eenzaam mens.

23 January 2025 21:42
Het symposium over George Puchinger. beeld Ronald Bakker
Het symposium over George Puchinger. beeld Ronald Bakker

Het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands protestantisme (HDC) herdacht woensdagmiddag zijn eerste directeur. Ter gelegenheid van de openstelling van zijn archief organiseerde het HDC, verbonden aan de Vrije Universiteit Amsterdam, een symposium over het leven en werk van Puchinger.

Polemios

Een zestal sprekers zet voor zo’n zestig aanwezigen de schijnwerper op de persoon van Puchinger (1921-1999). Op wie hij was als polemicus, als interviewer, als historicus en als mens.

Het leven van Puchinger kende drie bloeiperioden, stelt historicus George Harinck, voormalig directeur van het HDC. In de jaren veertig en vijftig stond Puchinger bekend als een „polemicus die als een razende tekeer kon gaan”. Zijn polemiek uitte hij in het door hem opgerichte tijdschrift ”Polemios”.

„Als interviewer was Puchinger niet op zoek naar onthullingen”George Harinck, historicus

„In zijn tweede bloeiperiode ruilde Puchinger de strijdbijl in voor de praatbijl”, zegt Harinck. „Hij stelde zich niet langer antithetisch op, maar zocht de verbinding. Hij kreeg oog voor de ander.” De historicus ontwikkelde zich tot journalist en publiceerde tal van interviewbundels. Daarvoor bevroeg hij vooral mensen van zijn eigen soort, aldus Harinck.

De derde bloeitijd was volgens Harinck toen Puchiner directeur van het HDC was.

Berenvanger

„In interviews zocht hij niet naar onthullingen, maar liet hij mensen uitpraten.” Harinck vergelijkt Puchinger als interviewer met een berenvanger, die „pas na de geduldigste en omstandigste terreinverkenningen de val uitzet, maar met een grote buit thuiskomt.”

”De Berenvanger” is daarom als titel gekozen voor de bundel met vijftien interviews van Puchingers hand, die tijdens het symposium wordt gepresenteerd.

Ironie

De nadruk op het vertellen van verhalen stempelt de „duizendpoot” legt historicus Bart Jan Spruyt uit. „Geschiedenisstudie is voor Puchinger bij uitstek conversatiestudie. Hij zag het als zijn roeping om bewondering uit te spreken voor de voorgangers uit wier erfenis wij leven.” Daarbij moet de historicus zich volgens Puchinger verre houden van een sceptische houding ten opzichte van het verleden, zegt Spruyt. „Ironie belemmert de toegang tot de grootheid van figuren uit het verleden.”

Ook zouden historici zich volgens Puchinger moeten hoeden voor eenzijdigheid en een te grote gerichtheid op het heden en de actualiteit, aldus Spruyt.

Prulwerk

„Het onderwerp is veel te actueel, dat moet wel prulwerk worden”, was ook de kritiek die Jan de Bruijn kreeg toen hij in 1977 contact zocht met Puchinger en hem vertelde dat hij zijn scriptie over de opvattingen over abortus in de Nederlandse geschiedenis tussen 1600 en 1979 uit wilde breiden tot een proefschrift. „Publiceer het niet”, luidde het advies. Ondanks die tegenzin wilde Puchinger De Bruijn wel begeleiden.

„Maar toen ik het proefschrift had voltooid en het hem toestuurde voor de laatste bespreking, laaide zijn aversie weer op”, vertelt historicus De Bruijn. „Hij herhaalde al zijn kritiek. De dissertatie was volgens hem ontaard in een journalistiek propagandageschrift met het niveau van een mavo-opstel.”

Dr. Jan de Bruijn tijdens het symposium. beeld Ronald Bakker

De Bruijn voelde dat zijn verstandhouding met de historicus verstoord dreigde te raken. „Ik vroeg Puchinger daarom of hij paranimf wilde zijn bij mijn promotie. Dat wilde hij en daarmee was alles in een klap opgelost.” Puchinger vroeg De Bruijn later zelfs om hem op te volgen als directeur bij het Historisch Documentatiecentrum.

In de zaal blijken woensdagmiddag veel mensen aanwezig te zijn die de historicus persoonlijk gekend hebben. Een van de aanwezigen vertelt hoe Puchinger bij hem kwam om hem te vertellen hoe „vreselijk slecht” De Bruijns proefschrift was, maar dat hij toch een „capabel opvolger” in hem zag.

Een andere bezoeker herinnert zich hoe Puchinger vroeger bij hem thuis logeerde. „Dan droeg hij na het avondeten delen uit boeken van Anne de Vries voor.”

„Puchinger was een wandelende bibliotheek”Anne Schipper, historicus

Lettervreter

De grote liefde voor literatuur bij Puchinger viel ook dr. Anne Schipper op. Ook hij deelde zijn ervaringen met de historicus, die hij leerde kennen toen hij promoveerde op Cornelis Rijnsdorp, een christelijke literator uit de twintigste eeuw. „Puchinger was een lettervreter. Hij vond de literatuur eigenlijk veel mooier dan zijn eigen vak. Hij las veel en kocht van ieder boek drie exemplaren. Een om te lezen, een om te bewaren en een om weg te geven. Hij was een wandelende bibliotheek.”

Frustratie

Kritische kanttekeningen worden woensdagmiddag ook geplaatst. Dr. Herman Langeveld, die een biografie schreef over Hendrik Colijn, minister-president in vijf Nederlandse kabinetten, stelt dat Puchinger als politiek historicus „wel wat steken heeft laten vallen”. Hij bewonderde Colijn zo erg, dat hij er zijn interpretatie van het omvallen van een kabinet door liet beïnvloeden, stelt Langeveld. „Daarbij verzwijgt hij relevante feiten in zijn driedelige serie over de kabinetsformaties van 1918-1932.”

Met kritiek kon Puchinger moeilijk omgaan, is de conclusie van drs. Wim Berkelaar, werkzaam bij het HDC. „Als zijn werk niet op waarde werd geschat, leverde dat een frustratie op waar hij niet overheen kon komen. Er waren maar weinig historici met wie hij goed kon opschieten.”

Eenzaam

De sprekers zien in Puchinger naast intellect ook eenzaamheid. Hij liet zich inspireren door gedichten die „getuigen van verlangen naar ruimte, licht, liefde en vrijheid”, signaleert Spruyt.

Harinck vond in het recent opengestelde archief van Puchinger ergens in een kantlijn een regel uit een liefdesgedicht van dichter P.C. Hooft geschreven: „Och mijn hart, hoe raak ik van uw hals?”. Harinck: „Dat citaat voelde als een SOS-teken van verdriet en wanhoop. Puchinger was ook een eenzaam mens.”

Meer over
Historie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer