In hoger beroep ruim 25 jaar celstraf Naoufal F.
De eerder door de rechtbank tot levenslang veroordeelde Naoufal F. heeft woensdag in hoger beroep 25 jaar en vier maanden gevangenisstraf gekregen. Het gerechtshof achtte de 44-jarige Amsterdammer in de extra beveiligde rechtbank op Schiphol schuldig aan het aansturen van een moordpoging in Diemen in november 2015, maar sprak hem vrij van het geven van de opdracht voor de moord op Ali Motamed in Almere een maand later. Tegen F. was afgelopen december door het Openbaar Ministerie levenslange gevangenisstraf geëist.
F. - bijnaam ‘Noffel’ - kreeg in 2018 achttien jaar gevangenisstraf voor de aanslag in Diemen. De rechtbank achtte destijds bewezen dat hij een moordcommando had afgestuurd op een Amsterdamse crimineel, die de liquidatiepoging op klaarlichte dag ternauwernood overleefde. In 2019 kwam daar een levenslange celstraf bovenop, toen de rechtbank F. in een nieuw strafproces schuldig bevond aan het aansturen van de moord op Eneco-monteur Ali Motamed. De Iraniër werd in december 2015 voor zijn woning in Almere doodgeschoten.
In tegenstelling tot de rechtbank zag het hof geen bewijs voor de regierol die F. in de ogen van het OM bij de liquidatie van Motamed had. Volgens het hof is F. wel bij de zaak betrokken geweest, maar als „tussenpersoon en doorgeefluik”. Hij ronselde een mogelijke schutter en koppelde die aan de feitelijke opdrachtgever. Hoewel de man kort voor de moord werd aangehouden in een andere zaak en niet werd ingeschakeld, vond het hof F. wel schuldig aan poging tot uitlokking van moord.
De raadslieden van F. verbaasden zich op dat punt, maar noemden de vrijspraak voor het aansturen van de moord „volstrekt terecht”. Zij stelden vorige maand dat het nooit tot een veroordeling kon komen, onder meer omdat in ontsleuteld PGP-verkeer al over de liquidatie werd gesproken lang voordat het aan F. toegeschreven toestel in beeld kwam.
Ook memoreerden zij dat toenmalig minister Stef Blok (Buitenlandse Zaken) de Tweede Kamer in 2019 meedeelde dat inlichtingendiensten AIVD en MIVD „sterke aanwijzingen” hadden dat Iran achter de moord op Motamed zat, om er op te wijzen dat nergens in het onderzoek een spoor is gevonden van communicatie tussen Iran en het toestel dat F. zou hebben gebruikt. Motamed zou onder een valse naam in Nederland hebben geleefd. Hij zou na het plegen van een bloedige aanslag op de vlucht zijn geweest voor het Iraanse regime.