Jeugdbeschermingsorganisaties eisen meer hulp voor hele gezin
Jeugdbeschermingsorganisaties trekken zich terug uit het landelijk programma Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming, meldt Jeugdzorg Nederland. Ze vrezen dat ze te weinig de problemen (financiën, huisvesting, verslaving) van het hele gezin kunnen aanpakken, terwijl dat voor hen juist een voorwaarde is om een kind goed te helpen.
„Als de oorzaken van die problemen in gezinnen niet kunnen worden aangepakt, is het dweilen met de kraan open en kan de jeugdbescherming haar maatschappelijke opdracht niet uitvoeren”, zegt Paul Janssen namens de zogenoemde gecertificeerde instellingen.
Het programma liep al vijf jaar, maar de overheid heeft de aanpak vorig jaar aangepast op een manier die de instellingen niet aanstaat, zegt Jeugdzorg. De focus ligt volgens de organisatie vooral op structuurveranderingen, zoals de vorming van de 25 regionale veiligheidsteams.
De instellingen roepen de staatssecretarissen op om hun aanpak te herzien, omdat het genoemde programma volgens hen goed uitpakte. „We lieten bestaande structuren en regels even los. Kinderen, maar ook hun gezinnen en hun behoeften waren het vertrekpunt. En daar omheen organiseerden we alle hulp die nodig was in één team. Zo haalden we allerlei extra loketten voor mensen weg, verbeterde de samenwerking tussen hulpinstanties en konden de problemen binnen gezinnen in de basis worden aangepakt.”
Nu krijgt een gezin te maken met instanties als Veilig Thuis, de Raad voor de Kinderbescherming en de gecertificeerde instellingen, zegt Janssen. „Vaak doen deze instanties ook nog overlappend werk. Dit is veel te ingewikkeld en onduidelijk voor mensen en zorgt voor wachtlijsten. Daarom zeggen wij: eenvoudiger en transparanter in het belang van kinderen en gezinnen.”
Ondanks de terugtrekking proberen de organisaties op lokaal niveau nog wel zoveel mogelijk door te gaan met de bescherming van kinderen en gezinnen.