Zwaar ambt met hoog afbreukrisico; waarom zo veel wethouders stoppen
Een recordaantal van 225 wethouders verliet vorig jaar vanwege uiteenlopende redenen de politiek, becijferde vakblad Binnenlands Bestuur in het Wethoudersonderzoek 2024 dat woensdag uitkwam. Wat maakt het ambt van wethouder zo zwaar?
Het wethouderschap is niet alleen een ambt, maar ook een roeping, stelt Jeroen van Gool, directeur van de Wethoudersvereniging, desgevraagd. „Je bent er 24 uur per dag, zeven dagen per week mee bezig. Je kunt overal aangesproken worden op je beslissingen: in de supermarkt, op het voetbalveld en in de kerk. Mensen worden steeds mondiger en hebben in toenemende mate een opvatting over je beleid. Je leeft in een glazen huis.”
„Ruim de helft van de wethouders wordt bedreigd of geïntimideerd” - Jeroen van Gool, directeur Wethoudersvereniging
Bleef het bij het aanspreken van de wethouder, dan zouden de meesten het wel volhouden, vervolgt Van Gool. „Momenteel wordt ruim de helft van de wethouders bedreigd of geïntimideerd. Hun kinderen lezen dat ook op sociale media. Wat denk je dat dit voor impact heeft op hun gezin? Zij worden hierin ook meegezogen.”
Daarnaast is hun lichamelijke conditie een punt van zorg. „Een wethouder kan zo opgaan in zijn ambt dat hij vergeet gezond te leven. Niet zelden spreek ik wethouders die aangeven tijdens het wethouderschap fors aangekomen te zijn”, verklaart de directeur.
Ten slotte is het een zwaar ambt met veel werkdruk en stress. „De Wethoudersvereniging krijgt veel signalen binnen van wethouders met burn-outklachten. Hoe dat komt? Zij willen mooie dingen bereiken, maar worden keer op keer gefrustreerd door bezuinigingen van het Rijk. Dat gaat hun onder de huid zitten.”
Is het wethoudersambt door de jaren heen zwaarder geworden?
„Dat weet ik wel zeker. Tot 2002 kon een wethouder tegelijk ook raadslid zijn; nu heeft het ambt door een scheiding van de wetgevende en de controlerende taak een professionaliseringsslag doorgemaakt. Daarnaast delegeert het Rijk steeds meer taken naar de gemeente. Je ziet dat aan de hoogte van het gemeentefonds. Dat was in 2002 7 miljard euro, nu 43 miljard euro. Het aantal wethouders is in die periode echter afgenomen van 1800 naar 1400, terwijl het inwonertal van gemeenten fors is toegenomen.”
Dat betekent dus…
„…dat een kleinere groep wethouders een steeds grotere verantwoordelijkheid heeft gekregen.”
„Veel wethouders hadden geen goed beeld van het ambt waar ze aan begonnen” - Jeroen van Gool, directeur Wethoudersvereniging
Zijn wethouders wel voorbereid op de zwaarte van het ambt?
„Eigenlijk niet. Ik hoor van veel wethouders terug dat ze geen goed beeld hadden van waar ze aan begonnen. Met die verhalen in het achterhoofd hebben we een oriëntatiecursus in het leven geroepen voor mensen met wethoudersaspiraties. Ook is er een handboek geschreven. Hier is echt een wereld te winnen.
Ik denk dat de onbekendheid met het wethoudersambt ook het wantrouwen van de burger richting de overheid voedt. We moeten het besef krijgen dat we in een heel goed bestuurd land wonen. Dat moeten we koesteren en waarderen.”
Van de 225 stoppende wethouders traden er 38 terug wegens gezondheidsredenen. Waarover gaat dat dan?
„Vooral burn-outs spelen een rol. Mensen kunnen veel aan. De meeste wethouders maken weken van 60 tot 70 uur. Dat is geen probleem als het lekker loopt. Maar de lol gaat er gauw af als je aan je inwoners vaak nee moet verkopen, als je een zwembad of kinderboerderij moet sluiten. Of een nieuw kabinet verandert het beleid drastisch, bijvoorbeeld rond asielzoekers. Heb je eerst met tal van bijeenkomsten de neuzen één kant op gekregen, dan moet je vervolgens de boodschap gaan brengen: We gaan het toch niet doen. Als je alleen boodschapper van slecht nieuws bent, knapt je elastiek op den duur.”
En als wethouders om politieke redenen stoppen?
„De huidige wethouders zijn in 2022 aangetreden met stevige ambities: we gaan zo veel woningen bouwen of zo veel extra besteden aan jeugdzorg. Maar die ambities verdwijnen als sneeuw voor de zon als budgetkortingen door het Rijk, tekort aan personeel of een stikstofopgave roet in het eten gooien. De coalitie kan dit aangrijpen om een vertrouwensbreuk te forceren.”
„Wat mij zorgen baart, is dat de meeste kandidaten voor de eer bedanken” - Jeroen van Gool, directeur Wethoudersvereniging
Wethouders hebben een zware taak. Aan welke vereisten moeten ze voldoen?
„Er bestaan geen formele toetredingseisen. Ze moeten een verklaring omtrent het gedrag (vog) overleggen en ze moeten belangenverstrengeling voorkomen. Het is verder aan de politieke partij wie naar voren wordt geschoven. Vroeger was het ambt van wethouder vaak een beloning voor jaren trouwe dienst in de raad; tegenwoordig moet iemand zich bestuurlijk of professioneel hebben bewezen. Maar wat mij vooral zorgen baart, is dat de meeste kandidaten voor de eer bedanken en dat een derde- of vierdekeuskandidaat wethouder wordt.”
Hoe komt dat dan?
„Het wethouderschap is een ambt met een hoog afbreukrisico. Dat moet je willen. Gelukkig zijn er nog genoeg maatschappelijk betrokken mensen. En om het wethouderschap aantrekkelijker te maken, is het wenselijk dat het Rijk hun arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden verbetert. Dat geeft wethouders een beetje lucht.”