Nog altijd heeft Kootwijkerbroek een MKZ-trauma; „De pijn van een overheid die maar voet bij stuk hield, gaat nooit weg”
In Kootwijkerbroek zit de angst voor een uitbraak van mond- en-klauwzeer (MKZ) diep bij boeren. In 2001 liep het dorp er een trauma mee op. De actuele dreiging uit Duitsland wacht men gelaten af. „Als de ziekte hier weer komt, zal het oude wonden openrijten.”
„Het was een bijzondere tijd”, zegt Gerrit Top (36) op bedachtzame toon, terwijl hij leunt op de kaasvitrine in de zuivelwinkel van zijn bedrijf. De melkveehouder uit Kootwijkerbroek kijkt nadenkend omhoog. Dertien jaar was hij toen de overheid besloot 60.000 koeien, geiten, varkens en schapen te ruimen op 247 bedrijven in Kootwijkerbroek en omgeving. Op deze manier wilde de overheid verspreiding van het uiterst besmettelijke mond- en-klauwzeervirus (MKZ) voorkomen. Het ministerie van landbouw had het virus destijds gevonden bij een kalf van boer Teunissen.
In Kootwijkerbroek ontstond al gauw twijfel over de juistheid van die diagnose. Er kwamen namelijk geen nieuwe gevallen bij, zelfs niet in de stal van Teunissen, waar de dieren dicht op elkaar stonden. De gerezen twijfel leidde tot rellen waarin ruimingsploegen werden gehinderd door veehouders. De Mobiele Eenheid moest eraan te pas komen om de rust te bewaren.
„Als ik aan de MKZ-crisis terugdenk, moet ik vooral denken aan een onbetrouwbare overheid”, zegt Top. „Mijn ouders waren geen praters, maar ik herinner me hun machteloosheid toen het bedrijf geruimd werd. Als de ziekte hier weer komt, zal het oude wonden openrijten.”
Die kans bestaat, nu vorige week duidelijk werd dat er MKZ is aangetroffen bij waterbuffels in Märkisch-Oderland, in de Duitse deelstaat Brandenburg. Vanuit die deelstaat zijn sinds 1 december zeker 3600 kalveren naar 125 veehouderijen in heel Nederland geëxporteerd, bevestigt kalverhouder Wim Brouwer van de vakgroep kalverhouderij van LTO Nederland, tevens voorzitter van de regionale afdeling LTO Gelderse Vallei. Onderzoek moet uitwijzen of die Duitse kalveren het virus bij zich hebben.
„Als de ziekte hier weer komt, zal het oude wonden openrijten” - Wim Brouwer, vakgroep kalverhouderij LTO Nederland
„Het is te vroeg voor paniek”, zegt Brouwer. „Alle betrokken organisaties en de politiek hebben snel gehandeld. Tot er meer duidelijk is, worden kalveren niet aan- of afgevoerd, mest wordt op het bedrijf bewaard tot duidelijk is hoe het zit, en bezoekers mogen niet in de stallen komen om virusverspreiding te voorkomen.” Kalveren mogen wel afgevoerd worden naar de slachterij.
In Duitsland zijn bedrijven in een kilometer rond het bewuste bedrijf geruimd en daaruit zijn geen nieuwe gevallen naar voren gekomen, vervolgt hij. „Dat geeft dus hoop.”
De kans is volgens Brouwer groot dat ook een bedrijf uit Kootwijkerbroek kalveren uit Brandenburg geleverd heeft gekregen. „Zelf heb ik ze in Barneveld ook, maar die lopen geen gevaar omdat de incubatietijd daar al verstreken is.” Hij hoopt dat het goed afloopt. „Eind van deze week, begin volgende week weten we meer; dan zijn alle bloedtesten van de geïmporteerde dieren bekend.”
Hij realiseert zich dat het nieuws uit Duitsland een schokeffect heeft teweeggebracht bij veehouders die in 2001 hun bedrijven moesten laten ruimen. Als gevolg van 26 uitbraken in Nederland zijn toen 300.000 dieren vernietigd.
Bij Top zit het wantrouwen diep na de traumatische gebeurtenissen van 2001, waarbij veehouders alleen maar machteloos konden toekijken hoe hun dieren werden afgevoerd. „We hebben hier een uitgesproken mening en laten niet met ons spelen.”
Hij maakt zich nog geen zorgen over zijn dieren. „Naar verluidt zijn er ook dieren uit Duitsland in Kootwijkerbroek. Je hebt er geen grip op; als er MKZ komt, komt het. En elke boer die dat ziet, zal aan een ruiming meewerken als de ziekte er echt ís, want je wilt niet dat de hele buurt het krijgt.”
Voet bij stuk
In Kulturhus De Essenburcht, verderop in het dorp, zit de 78-jarige Maas Veldhuizen. Hij heeft net geluncht met een groep senioren, zoals elke middag. „Niemand gelooft dat er in 2001 echt MKZ was”, zegt hij. „Anders waren er echt meer gevallen geweest dan dat ene kalf.” Zelf was hij destijds veehouder. Hij had in Kootwijkerbroek twee bedrijven met melkvee en vleeskalveren. „Een vestiging had op dat moment geen dieren en die lag binnen de cirkel waarin geruimd werd, de ander viel er net buiten.”
Schrijnend vindt hij het hoe zorgvuldig opgebouwde foklijnen bij de dieren in een klap verdwenen. „Het wantrouwen naar de overheid is nog steeds heel groot. Niets wordt hier klakkeloos aangenomen. We hebben het nog wekelijks over de crisis van toen, als we hier een spelletje doen of samen eten. Die pijn van een overheid die maar voet bij stuk hield, gaat nooit weg.”
„De overheid gaat nooit toegeven dat hier geen MKZ was” - Eefje Verhoef
Bij de Plus-supermarkt komt Eefje Verhoef (64) net met twee volle boodschappentassen naar buiten lopen. „De overheid gaat nooit toegeven dat hier geen MKZ was”, zegt ze. „Ik heb het nooit geloofd en het is niet goed te praten dat je gezonde dieren doodt.” Ze zag dat laatste destijds met schapen gebeuren. „Heel naar om te zien.”
Zorgvuldigheid
„In mijn hoofd spookt vooral de gedachte: áls er in Nederland opnieuw MKZ uitbreekt, is er hopelijk nu meer zorgvuldigheid en meer fatsoen voor mens en dier dan toen”, reageert oud-bestuurslid Lau Jansen van Stichting Onderzoek MKZ Crisis Kootwijkerbroek.
De stichting procedeerde jarenlang tegen de overheid om aan te tonen dat de diagnose niet in de haak was. Het uitblijven van nieuwe gevallen en het feit dat er geen klassieke MKZ-ziektebeelden waren van blaren en hoge koorts speelde daarin een rol. „Gaandeweg bleek dat de argumenten van de overheid in 2001 de ruiming niet konden rechtvaardigen”, blikt Jansen terug. „Het ministerie bracht steeds weer andere argumenten in. Uiteindelijk hebben testen van latere datum, van ná de diagnose het ministerie gered.”
In 2020 stelde het College van Beroep voor het bedrijfsleven –de hoogste economische bestuursrechter van Nederland– de klagende veehouders in het ongelijk. Volgens de rechtbank kon niet worden bewezen dat in het laboratorium systematisch fouten zijn gemaakt of dat de monsters die werden onderzocht, in het laboratorium zijn besmet met andere monsters.
Dat is echter het omdraaien van de bewijslast, stelt Jansen: „De overheid had moeten bewijzen dat er MKZ was, en dat is niet gebeurd.”
De stichting werd na de uitspraak opgeheven en het archief kreeg onderdak bij de gemeente Barneveld, waar Kootwijkerbroek onder valt. De getroffen veehouders reageerden destijds teleurgesteld op de uitspraak, maar verklaarden dat ze niet anders hadden verwacht.
„Toen de crisis hier in 2001 begon, had ik nog wel vertrouwen in de overheid, maar dat is helemaal verdwenen”, zegt Jansen. „Dat is niet alleen bij mij, maar daarna ook van links tot rechts in het politieke spectrum gebeurd. Denk aan de aardbevingen door gaswinning in Groningen, de toeslagenaffaire, de wetgeving in de agrarische sector en het verbod op de pulsvisserij. Het zijn voorbeelden waarin de overheid zelf actief het vertrouwen van burgers heeft gesloopt.”
Jansen, die werkt als zelfstandig bedrijfsadviseur en coach, spreekt van „een dun vliesje” dat over het trauma van Kootwijkerbroek ligt. „Soms komt het spontaan ter sprake in de supermarkt of bij een buurtvisite. Dan merk je hoe diep het in ons collectieve geheugen zit. Laatst adviseerde ik ondernemers over de rol van de overheid in een kwestie. Ineens kwam de MKZ-kwestie op tafel in combinatie met een woord als ‘belazeren’. Mensen zijn het echt niet vergeten.”
Daarbij maakt het volgens hem uit of iemand van de generatie is die de crisis van 2001 bewust heeft meegemaakt, of niet. „Dertigers hebben hier geen actieve herinnering aan, hoewel ze de verhalen van destijds natuurlijk wel horen.”
Schepsel van God
Voor hemzelf heeft de kwestie zijn leven veranderd. „Ik ben veel bewuster gaan geloven in God, toen minister Els Borst ten tijde van de crisis spotte met het zesde kruiswoord van de Heere Jezus: „Het is volbracht””.
Voormalig landbouwminister Laurens Jan Brinkhorst liet zich indertijd in de Barneveldse Krant laatdunkend uit over het gelovige SGP-dorp dat de diagnose maar niet wilde aanvaarden: „Zolang Onze Lieve Heer zelf niet gesproken heeft, is er kennelijk geen MKZ. Ik denk dat men daarop nog lang zal kunnen wachten”.
Jansen: „De uitspraak die minister Borst citeerde zijn Christus’ eigen woorden, op het dieptepunt van Zijn lijden. Zijn Woord is majesteit en macht, en liefde. De hele samenvatting van het evangelie ligt in dat ene kruiswoord. Dat de minister die woorden misbruikte, raakte me zó diep. Ook werd me duidelijk dat de ruimingen puur gericht waren op economisch gewin, terwijl de ziekte op zich onschuldig is. Je kunt vlees van een koe die ziek geweest is –gevaccineerd of niet– gewoon eten, maar de handelsstromen moesten veiliggesteld worden. Als je een dier beschouwt als schepsel van God, moet je dat respecteren en niet weggooien.”
„Je kunt vlees van een koe die ziek geweest is –gevaccineerd of niet– gewoon eten” - Lau Jansen, oud-bestuurslid Stichting Onderzoek MKZ Crisis Kootwijkerbroek
De bedrijfsadviseur wijst erop dat de situatie in Kootwijkerbroek nu anders is dan bijna een kwart eeuw geleden. „De diversiteit aan bedrijven is in onze regio fors toegenomen. Daardoor is de kwetsbaarheid van voor 2001 kleiner geworden. Er zijn minder kalver- en veehouderijen. Op het lokale bedrijventerrein, dat vanaf 2007 is ontstaan, zie je nu veel bedrijven die leveren aan de bouw en agrarische sector, dienstverleners en technische bedrijven. Ook op andere bedrijventerreinen in de gemeente Barneveld zie je dat de werkgelegenheid van de agrarische sector nogal verschoven is naar dit soort sectoren. Hoewel je deze ontwikkeling ook al wel voor 2001 zag, heeft de MKZ-crisis dat versneld. Het neemt niet weg dat de dreiging voor een individuele veehouder of diens gezin natuurlijk net zo groot is als destijds.”