Ministerie moet beter kijken naar bezwaren tegen Kallemooihaan
Het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur moet de bezwaren van dierenrechtenorganisaties tegen de ‘haan van Kallemooi’ beter onderzoeken. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft dat bepaald. Volgens de rechters is het verzoek om in te grijpen tegen de traditie op Schiermonnikoog te gemakkelijk afgewezen. Er is „geen zorgvuldig onderzoek gedaan” en ten onrechte is niet ingegaan op deskundigenverklaringen.
Het onderwerp valt tegenwoordig onder de verantwoordelijkheid van staatssecretaris Jean Rummenie, zo laat het ministerie weten. Hij moet binnen acht weken een nieuwe beslissing nemen.
Tijdens het volksfeest Kallemooi, dat in het pinksterweekend op het Waddeneiland wordt gevierd, wordt een haan voor drie dagen opgesloten in een mand op 18 meter hoogte in een mast. Het dier krijgt eten en drinken en wordt met een camera in de gaten gehouden. Volgens de tegenstanders van het gebruik wordt het welzijn van de haan hierdoor „ernstig en zonder redelijk doel” aangetast. Voorstanders vinden dat wel meevallen en wijzen er steevast op dat de haan na afloop weer wordt vrijgelaten. Burgemeester Ineke van Gent zei er eerder over dat dieren in de bio-industrie het bijvoorbeeld een stuk slechter hebben.
De aantasting van het welzijn van de haan zou volgens het ministerie „gering” zijn. Het behoud van cultureel erfgoed woog in de afwijzing zwaarder dan het ongemak van de haan. De rechters oordelen dat die conclusie te lichtvaardig is getrokken. Een medewerker van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft alleen een telefoontje gepleegd met de dierenarts die toezicht houdt op de haan, dat is onvoldoende.
Comité Dierennoodhulp en Stichting House of Animals hadden de zaak aangespannen.