„Juan Calvino” tegenover Fidel Castro in Cuba
Bustes van Fidel Castro, kunstwerken die Che Guevara uitbeelden. Deze en andere „helden” van de Cubaanse Revolutie kom je overal tegen in Cuba. Terwijl burgers er zwoegen om het hoofd boven water te houden, moeten die hen ervan overtuigen dat „hun verlossing” aanstaande is.
De revolutie die Castro in 1959 begon is nog volop gaande, luidt de slogan die sméékt geloofd te worden. En Castro’s ”Nueva Persona”, Nieuwe Mens? Die staat voor de deur. Niemand die er nog in gelooft, maar des te luider de boodschap.
Wie ik tussen die beeldengalerij niet had verwacht was „Juan Calvino”, Johannes Calvijn. En toch was hij daar in de gedaante van een standbeeld. Geplaatst in een stadsparkje in La Habana Vieja, Oud-Havana. Vergeleken met Castro en Che lijkt zijn buste nergens naar: qua grootte niet en qua uitstraling evenmin. Maar toch: Calvijn in Cuba! ”Oficio propio de Dios es tomar la causa de los pobres” luidt de tekst die in het steen is gegraveerd. Vrij vertaald: ”Het is eigen aan God om het voor de armen op te nemen”.
Hoe die buste daar gekomen is? Navraag leert dat het beeldje op 31 oktober 2009 is onthuld ter gelegenheid van het 500e geboortejaar van de Geneefse hervormer. De gekozen dag spreekt voor zich: 31 oktober, dag van de Reformatie. Wie zat er achter dit initiatief? Dat waren leidslieden van de Reformed Presbyterian Church of Cuba (IPRC). Na groen licht van de Raad van Kerken van Cuba (lees: de religieuze afdeling van het regime) kon het gedenkteken worden geplaatst.
„Op de informatie van SEZ over Cuba kon ik in mijn Brusselse tijd altijd rekenen. Laten Cubaanse christenen op ons kunnen rekenen” - Bas Belder, van 1999 tot 2019 lid van het Europees Parlement
„Maar dit is toch Cuba”, zal iemand zeggen, „een van de laatste communistische bolwerken ter wereld en dan tóch zo’n monumentje voor Calvijn?” Het lijkt inderdaad in strijd met de aard van dit regime en toch ook weer niet. Want je tegenstander paaien en inpalmen is een tactiek die dit regime tot in de puntjes beheerst. En zo verwarring zaaien en de schijn ophouden. Om verzet te breken en sympathie te winnen. Daarom: beter een buste van Calvijn in je achtertuin dan diens gedachtegoed vrijuit in de samenleving verspreid.
Intussen gebeurt dat laatste –verspreiding van Calvijns gedachtegoed– volop via andere kanalen. Het netwerk van voorgangers waarmee Spaanse Evangelische Zending contact heeft bijvoorbeeld. Daarom mogen we geloven dat de nieuwe mens er ook in Cuba komt, ja, dat die er al is. Niet door een afgedankte revolutie, wel via wedergeboorte door Woord en Geest.