„Nicaragua is het Noord-Korea van Centraal-Amerika”
De dictatuur in Nicaragua neemt steeds extremere vormen aan. Onlangs keurde het Nicaraguaanse parlement een grondwetswijziging goed die feitelijk een einde maakt aan de scheiding der machten in het land en Daniel Ortega en Rosario Murillo promoveert tot ‘co-presidenten’.
Met de hervorming van de grondwet trekken president Daniel Ortega en zijn vrouw Rosario Murillo, nu vicepresident, nog meer de macht naar zich toe. Zo creëert de nieuwe grondwet de ambten van ‘co-presidenten’, waarmee Murillo, die volgens critici feitelijk de scepter zwaait over Nicaragua, nu ook formeel de macht heeft over het land. De zittingstermijn van de presidenten werd uitgebreid van vijf naar zes jaar, en daarbij mogen zij onbeperkt vicepresidenten en ministers aanwijzen, volgens critici een strategie om de opvolging van Ortega binnen de familie te garanderen.
De nieuwe grondwet formaliseert de opheffing van de democratische machten in Nicaragua, die voortaan geen machten meer heten maar ‘organen’ die volledig zijn ondergeschikt aan het regime van Ortega-Murillo. Bovendien krijgen het leger en de politie de bevoegdheid tot interventies om de „stabiliteit van de republiek” te garanderen, en krijgen de bewapende burgermilities die aan de zijde van de regering de bevolking terroriseren voortaan een formele status.
Even alarmerend is het uit de grondwet verwijderen van „het recht om niet gemarteld te worden”, waarmee straffeloosheid voor deze mensenrechtenschendingen in de wet wordt vastgelegd. Daarbij vergroot de grondwet de controle van het regime over de media en burgerorganisaties. In totaal werden ongeveer honderd wetsartikelen aangepast.
President Ortega is sinds 2007 onafgebroken aan de macht. Sinds het uitbreken van grootschalige antiregeringsprotesten in 2018 gleed het land af naar een dictatuur waarin elke kritische stem met geweld onderdrukt wordt. Sindsdien is een ongekende uittocht op gang gekomen. Zo’n 800.000 Nicaraguanen verlieten het land, meer dan 10 procent van de bevolking. Onafhankelijke media, oppositiepartijen of mensenrechtenorganisaties bestaan er inmiddels niet meer. Waar mogelijk zetten gevluchte dissidenten hun werk in het buitenland voort, met name in buurland Costa Rica. Het Reformatorisch Dagblad tekende de verhalen op van drie Nicaraguaanse ballingen in Costa Rica.