Elektrisch rijden duurder dan op benzine rijden: „Duurzaamheid is belangrijk maar overheidsfinanciën ook”
Elektrisch rijden wordt komend jaar duurder dan niet-elektrisch rijden. Maar het kabinet kan er op zijn vroegst bij de Voorjaarsnota pas iets aan veranderen. Dat zorgt voor ongenoegen bij een deel van de Kamer. „Groene opties blijven de moeilijkste opties.”
Elektrisch rijden moet aantrekkelijk blijven en in ieder geval goedkoper zijn dan rijden op fossiele brandstof, zei Volt-Kamerlid Marieke Koekkoek dinsdagmiddag tijdens het vragenuurtje. Koekkoek had het onderwerp geagendeerd nadat dinsdag uit berekeningen van de ANWB was gebleken dat elektrisch rijden fors duurder wordt dan rijden met een benzineauto.
Uit die berekeningen blijkt dat elektrisch rijden komend jaar 13 procent duurder wordt. Een kilometer rijden in een elektrische auto gaat gemiddeld 76 cent kosten, terwijl het rijden in een benzineauto 67 cent kost. De hoge kosten van elektrisch rijden hebben te maken met verschillende dingen.
Allereerst komt het doordat elektrische auto’s sneller afschrijven dan verwacht. Elektrische auto’s worden ook sneller minder waard dan benzineauto’s. Daarnaast is de motorrijtuigenbelasting een oorzaak. Doordat elektrische auto’s vaak zwaarder zijn dan andere auto’s pakt de belasting hoger uit.
Verschillende prioriteiten
Staatssecretaris Chris Jansen (Infrastructuur) legt uit dat de hogere kosten voor elektrisch rijden een kwestie van verschillende prioriteiten is. „Duurzaamheid is belangrijk maar het moet worden afgewogen tegen de overheidsfinanciën, deze moeten ook op orde zijn.”
Oorspronkelijk was het plan van het kabinet om 40 procent korting te geven op de belasting op elektrische auto’s. Nu blijkt in het belastingplan van 2025 dat deze korting nog maar uitkomt op 25 procent. De oorzaak hiervoor is dat de kosten voor de korting hoger uitvielen dan gepland. Staatssecretaris Jansen erkent dat deze verandering niet bijdraagt aan de voorspelbaarheid van het beleid en dat het zorgt voor onzekerheid bij burgers.
Toch kan de staatssecretaris nu niets meer aan de percentages veranderen. Bij de Voorjaarsnota wordt de hoogte van de korting opnieuw overwogen en kan er misschien alsnog iets aan gedaan worden. Jansen herhaalt dat het een puur financiële overweging is om de begroting op orde te krijgen. Koekkoek vindt het „zorgelijk” dat deze politieke keuzes ervoor zorgen dat „de meest groene opties de moeilijkste opties worden”. Volgens Koekkoek staat dit haaks op de klimaatambities van het kabinet.
Positieve ontwikkelingen
Met elektrisch rijden an sich gaat het heel goed in Nederland, benadrukt de staatssecretaris. In Europa wordt alleen in Denemarken meer elektrisch gereden, daar rijdt 10,5 procent van de auto’s elektrisch ten opzichte van 5,5 procent in Nederland. Ook VVD-Kamerlid Hester Veltman wijst op de positieve ontwikkelingen. Zo is 40 procent van de nieuwe voertuigen die worden aangeschaft al elektrisch. Dit werkt, volgens Veltman, mee aan het verder op gang brengen van de markt van elektrische auto’s.
„Subsidies voor elektrische auto’s is als geld afpakken van de armen en het geven aan de rijken” - Hidde Heutink, PVV-Kamerlid
PVV-Kamerlid Hidde Heutink ziet de subsidies voor elektrische auto’s als „geld afpakken van de armen en het geven aan de rijken”. Heutink roept de staatssecretaris dan ook op om vast te houden aan de afbouw van de subsidies op elektrische auto’s.
D66, GroenLinks-PvdA en de ChristenUnie staan aan de andere kant en vragen de staatssecretaris om elektrisch rijden toegankelijk en aantrekkelijk te houden. Jansen geeft aan dat het kabinet de komende maanden na gaat denken over hoe dit onderwerp aangepakt gaat worden in de Voorjaarsnota.