OpinieCommentaar
Geven uit bewogenheid is voor christen onmisbaar
Meer Nederlanders hebben in het afgelopen jaar geld of goederen gedoneerd aan een goed doel. Een mooi gegeven, maar wat zegt dat eigenlijk?
Hoofdredactie
Gunay Uslu, voormalig staatssecretaris van Cultuur en Media, tijdens een Giro555-actiedag voor slachtoffers van de aardbeving in Turkije en Syrië, in 2023. beeld ANP, Remko de Waal
Dat er in een tijd van dure boodschappen en hoge energieprijzen al enkele jaren een stijging te zien is in de uitgaven aan goede doelen, is op zichzelf verrassend en ook verblijdend. Kennelijk zijn Nederlanders nog altijd te porren voor hulp aan de naaste, door incidenteel, structureel of in de vorm van goederen te geven. Uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat vorig jaar 76 procent van de mensen van 15 jaar en ouder doneerden aan goede doelen.
Met die kennis zou het makkelijk zijn om het geweten te sussen en weer over te gaan tot de orde van de dag. Zo gaat dat bij geven ook vaak: een donatie of een bijdrage in de collectezak geven een goed gevoel, en daarna kan het leven weer door.
Of daarmee werkelijk gedaan is wat nodig is, valt te bezien. Zo maakt het onderzoek van het CBS niet duidelijk aan welke doelen wordt gegeven. Bij grote rampen is de geefbereidheid, al dan niet aangewakkerd door bekende Nederlanders, vaak groot. Maar er zijn tal van stichtingen en organisaties die hulp verlenen aan minder populaire groepen, bijvoorbeeld daklozen, verslaafden of gevangenen, dichtbij of verder weg. Of zij altijd diezelfde vrijgevigheid ontmoeten is maar de vraag. Daarbij komt dat voor goede hulp structurele giften absoluut noodzakelijk zijn. Eenmalige donaties zijn dan minder effectief.
Voor christenen zijn er nog andere vragen rond geven aan goede doelen. Het liefhebben van de naaste behoort tot de kern van het christen-zijn. Geven aan goede doelen zou daarmee vanzelfsprekend moeten zijn. Uit eerder onderzoek blijkt dat christenen bovengemiddeld vaak geven, en dat heeft vast veel te maken met de Bijbelse opdracht om goed voor de naaste te zorgen.
Maar wat is de waarde van geven als dat alleen maar gebeurt omdat het moet? Of vanuit grote weelde, zonder er verder over na te denken? Dominee G.H. Kersten waarschuwt in zijn catechismusverklaring voor geven met een stenen hart. Dat staat in schril contrast met blijmoedig geven. Justus Vermeer is nog scherper. Hij stelt dat geven zelfs verboden is als dat niet gebeurt vanuit liefde tot Christus.
Christelijke handreiking doen, tijdens de eredienst, maar ook bij donaties aan goede doelen, gaat niet over de hoogte van het bedrag. Het gaat om de gezindheid waarmee wordt gegeven. Dat betekent geven met gevouwen handen, biddend voor de mensen die hulp nodig hebben. Voor christenen is die bewogenheid onmisbaar.