In een onrustig politiek landschap, waarin de PVV alle aandacht opeist, werpt Henri Bontenbal zich op als politicus en partijleider die actief wil zijn in de traditie van een oude volkspartij, het CDA. „Waardengedreven en verantwoordelijke politiek is het tegengif voor grillig beleid.”
Het CDA is weer in trek. Behaalde de partij van Bontenbal in november vorig jaar slechts vijf zetels, inmiddels staat dat aantal virtueel op vijftien. In talkshows, waar hij veelvuldig te gast is, weet de CDA’er zichzelf steeds vaker neer te zetten als redelijk alternatief van het politieke midden.
Wat is uw verklaring voor die groei in de peilingen?
Bontenbal: „Wat ik vaak meekrijg, is dat het niet alleen de inhoud is die mensen aanspreekt, maar ook onze politieke stijl. Geen ophef en gedoe, maar gewoon op een rustige en constructieve manier politiek voeren. Daar is ontzettend veel behoefte aan. Ik hoor dat in zaaltjes en lees dat ook in de talloze mailtjes die ik krijg.”
De vraag is dan natuurlijk wel: komen mensen op het CDA af vanwege datgene waar de partij voor staat, of voornamelijk uit frustratie over de koers van de huidige coalitie?
„Ik denk dat mensen het verhaal en de stijl van het CDA steeds meer beginnen te herkennen en te waarderen. En ja, deze coalitie helpt daar wel bij. Die blinkt op z’n zachtst gezegd niet uit in gedegen, constructieve politiek, terwijl daar wel behoefte aan is. Verder denk ik niet dat wij nu de vluchtheuvel zijn voor een groep kiezers die puur en alleen uit frustratie richting het CDA komen. Die groep beweegt namelijk alle kanten op, terwijl de groei die wij nu doormaken heel gestaag is, heel stabiel.”
Onder uw partijleiderschap koos het CDA voor een ander profiel, namelijk dat van een sociaal-conservatieve partij. Dat begrip heeft nog wel „een nadere inkleuring” nodig, schreef een adviescommissie van uw partij eerder dit jaar. Hoe definieert u zelf het begrip sociaal-conservatief?
„Onder ”sociaal” versta ik dat we zorg moeten dragen voor onze kwetsbare medemens. Het christelijk-sociale denken benadrukt het belang van de overheid als schild voor de zwakken. De term verantwoordelijkheid staat daarbij centraal. De mens is een beelddrager van God, en heeft als medeschepper verantwoordelijkheden in deze gebroken wereld.
„De mens is een beelddrager van God, en heeft als medeschepper verantwoordelijkheden in deze gebroken wereld” - Henri Bontenbal, partijleider CDA
Het conservatisme waar het CDA voor staat, komt in de kern neer op de overtuiging dat tradities en gemeenschappen bescherming verdienen en gekoesterd moeten worden. Die antirevolutionaire notie ligt aan de basis van onze partij en is ontzettend belangrijk, juist in een tijd waar het sterk aan gemeenschapszin ontbreekt.
Conservatief betekent hier dus niet bekrompen of reactionair, daar wil ik bij vandaan blijven. Er moet geen spruitjeslucht om het CDA heen komen te hangen. De Oostenrijkse componist Gustav Mahler heeft ooit gezegd: Traditie is het doorgeven van het vuur, niet het aanbidden van de as. Dat vind ik een mooi beeld, omdat het een gezonde ruimte overlaat voor degene die in een traditie staat. Het moet geen dogma worden.”
„Er moet geen spruitjeslucht om het CDA heen komen te hangen” - Henri Bontenbal, partijleider CDA
D66 en VVD willen deze kabinetsperiode met een initiatiefwet een einde maken aan het verbod om embryo’s tot stand te brengen voor onderzoeksdoeleinden. Heeft het CDA daarin al een standpunt bepaald en hoe komt het conservatisme daarin tot uitdrukking?
„Wij hechten aan de beschermwaardigheid van het leven en zijn uiterst kritisch op het maakbaarheidsdenken. De Duitse socioloog Max Weber maakte ooit het onderscheid tussen gezindheidsethiek en verantwoordelijkheidsethiek. Even vrij vertaald: bij gezindheidsethiek kom je op grond van je principes tot een bepaalde afweging en dat is het dan. Dit zie je bijvoorbeeld sterk terug bij de SGP.
Als CDA nemen we liever een standpunt in vanuit de verantwoordelijkheidsethiek, waarbij we meewegen hoe een wet kan uitpakken en wat we kunnen doen om de gebroken werkelijkheid een stukje te helen. Daarmee maken we het onszelf niet makkelijker, maar dat is volgens mij wel hoe een politicus hoort te handelen.”
Welk standpunt we straks innemen, weet ik nog niet. Er is over deze wet nog een discussie gaande binnen de partij.”
In uw eerste congresspeech citeerde u met instemming wijlen CDA-senator Dölle die vond dat het CDA zijn cultuurkritiek nog te veel achter de kiezen hield. Noemt u eens wat aspecten van de CDA-cultuurkritiek?
„Bij elke gelegenheid die ik krijg aangereikt om een lezing of iets dergelijks te houden, zet ik uiteen dat er voor alle grote maatschappelijke vraagstukken die we hoognodig moeten gaan oppakken iets van opofferingsgezindheid nodig is. Of dat nu Oekraïne is of Europa, het bestrijden van ongelijkheid of het klimaatvraagstuk. De cruciale vraag is steeds: zijn we bereid onze eigen consumptie of wat dan ook even uit te stellen voor iets wat het algemeen belang betreft?
De woningbouw in Nederland wordt geremd doordat mensen die niet willen dat er in hun achtertuin een paar nieuwe huizen worden gebouwd massaal aan het procederen slaan, tot en met de Raad van State aan toe. Daar zit iets van woonegoïsme achter, waarvan ik vind dat het moet worden bekritiseerd. Als we op deze manier doorgaan, creëren we met z’n allen een soort dikke ikken, maar goed samenleven staat uiteindelijk toch gelijk aan een beetje inschikken met elkaar.”
Als lijsttrekker heeft u vanaf het begin sterk de nadruk gelegd op het belang van waardengedreven politiek. Waarom is dat belangrijk? Wordt er ook politiek beoefend die niet waardengedreven is?
„Ik vrees van wel. Een mens- of wereldbeeld geeft je kaders mee in het maken van afwegingen. Ontbreekt zo’n kader, dan beland je al snel op drijfzand. En krijg je grillig beleid, want waar zijn plannen dan eigenlijk nog op gebaseerd?”
U heeft het nu over de coalitie?
„Onder andere. Want wat is nu het mensbeeld van de PVV? Eigen volk eerst? Is dat überhaupt een mensbeeld?
Wat je bij populistische partijen, maar ook bij one-issuepartijen, vaak ziet, is dat bepaalde deelbelangen worden verabsoluteerd. Ik denk bijvoorbeeld aan asiel en migratie. Ik weerspreek niet dat migratie een belangrijk thema is dat om oplossingen vraagt, maar het onvoldoende kunnen beheersen van de migratiestromen is niet het enige probleem waar Nederland nu mee te maken heeft. Toch wordt die indruk wel steeds gewekt. Eerlijk gezegd begin ik ook steeds meer te twijfelen aan de vraag of de PVV echt wel iets wil doen aan het asielvraagstuk.”
Hoe bedoelt u?
„Als de PVV er werkelijk van overtuigd is dat asiel probleem nummer één, twee en drie is, waarom is er dan nog niks gebeurd? De afgelopen maanden ging het alleen maar over het noodrecht. Veel bombarie, veel media-aandacht en gedoe. Die tijd had PVV-asielminister Faber mooi kunnen benutten om met voorstellen naar de Kamer te komen. Tijdens de asielonderhandelingen in Rutte IV is er al een hele reeks instroombeperkende maatregelen verkend en voorbereid. Waarom heeft de minister die niet gewoon in brokjes naar de Kamer gestuurd?
„Want wat is nu het mensbeeld van de PVV? Eigen volk eerst? Is dat überhaupt een mensbeeld? ” - Henri Bontenbal, partijleider CDA
Dat dit niet gebeurt, sterkt mijn vermoeden dat de PVV problemen op asiel wil laten voortduren, om zo het ressentiment in de samenleving levend te houden. Dat is ongelofelijk cynisch. Een andere optie is dat het gewoon allemaal amateurisme is.”
U heeft het tot dusver niet over Nieuw Sociaal Contract (NSC) gehad, missen zij ook die waardengedrevenheid?
„Ook bij die partij mis ik een duidelijke samenlevingsvisie. Enerzijds komt in de naam van die partij het sociaal-contractdenken van de Franse filosoof Rousseau terug. Maar het mensbeeld van Rousseau staat haaks op de christelijk-personalistische visie waaraan NSC ook schatplichtig zegt te zijn. Dat is gewoon niet echt consistent, en je ziet dat er in die partij dus ook gewoon heel verschillend wordt gedacht.”
Nu we het toch over NSC hebben: heeft u nog weleens contact met uw oud-partijgenoot Pieter Omtzigt?
„Een paar weken geleden heb ik hem nog beterschap gewenst toen hij besloot zich tijdelijk terug te trekken. Mijn band met hem is in ieder geval goed, er is geen rancune over het verleden. Ik heb niet in de fractie gezeten waarin er allerlei narigheid is gebeurd.”
Geregeld maakt u de coalitie en het kabinet het verwijt dat ze zich schuldig maken aan staatsrechtelijk vandalisme. Waarom stemde uw partij dan onlangs voor een motie waarin zorgminister Agema werd verzocht alles in het werk te stellen om het Zuyderland Ziekenhuis in Heerlen volwaardig open te houden, terwijl ze daar helemaal niet over gaat?
„Uiteindelijk gaat zij daar inderdaad niet over, dat is waar. Maar ze kan wel een klemmend beroep doen op de partijen waarmee ze om tafel zit, zoals het ziekenhuisbestuur. Die inspanningsverplichting hebben we de minister met het steunen van die motie willen meegeven.”
Hoe wenselijk is het volgens u, in het licht van de steeds terugkerende spanningen, dat deze coalitie de rit nog uitzit?
„Er rust gezien de verkiezingsuitslag een zware verantwoordelijkheid op de coalitiepartijen. Het is hun dure plicht die serieus te nemen. Natuurlijk, ik zie ook dat het betonrot van meet af aan in dit kabinet en in deze coalitie zit. Maar het zijn allemaal volwassen mensen van wie je een zekere professionaliteit mag verwachten. Ik zou ze willen voorhouden wat mijn moeder mij vroeger ook zo vaak heeft opgedragen: als je geen zin hebt, dan maak je maar zin.”
En als er toch onverhoopt verkiezingen komen? Is samenwerking met de PVV dan nog steeds geen optie voor het CDA?
„Absoluut nog steeds niet. Zolang ik leider van het CDA ben, wordt er niet in coalitieverband samengewerkt met de PVV. Voor samenwerking is echt een gezamenlijke notie van verantwoordelijkheid nemen nodig, en die zie ik niet bij de PVV. Want het enige wat bezorgde PVV-kiezers terugkrijgen van die partij is populisme. Uiteindelijk zit daar voor mij de pijn: de PVV neemt haar eigen kiezers gewoon niet serieus en loopt daarmee weg voor haar verantwoordelijkheid.”