Coalitiepartij PvdA en de SP, die in Overijssel vaak samen optrekken als het om openbaar vervoer gaat, hebben hierover schriftelijke vragen gesteld aan het college. De verantwoordelijk gedeputeerde Martijn Dadema (GroenLinks) zegt dat de provincie „geen signalen heeft dat de veiligheid in het geding is”. EBS laat ook weten zich „niet te herkennen” in het beeld. „Onze bussen zijn veilig. Uiteraard worden ze allemaal periodiek gekeurd”, aldus een woordvoerder. „We zijn dan ook zeer verbaasd en begrijpen niet dat deze Statenleden het openbaar vervoer schade toebrengen door zo’n onjuist beeld te creëren.”

EBS nam eind 2022 van Keolis de ov-concessie IJssel-Vecht over, die het grootste deel van Flevoland en stukken van Gelderland en Overijssel beslaat. Het bedrijf kreeg ook het personeel en de twee jaar daarvoor aangeschafte (elektrische) bussen van Keolis. Aan die bussen mankeerde na de oplevering aanvankelijk van alles. Alle „onvolkomenheden” zijn volgens EBS echter opgelost om de bussen „veilig en comfortabel” te krijgen.

Statenleden van PvdA en SP horen heel andere signalen van het EBS-personeel. „Ze zeggen: als wij mankementen melden, wordt daar niets mee gedaan”, aldus Peetsma. „Wij zijn geschrokken van de manier waarop EBS haar eigen chauffeurs, boa’s en reizigers op pad stuurt, namelijk met een grote mate van onveiligheid.”

De provincie Overijssel herkent volgens Dadema „een deel van de genoemde problemen”, waarvan een deel ook al zou zijn opgelost. „Wij vinden het vervelend voor het personeel dat zij echter nog steeds problemen ervaren en verwachten dat deze snel worden opgelost. Wij herkennen echter niet het signaal dat er problemen zijn die impact hebben op de veiligheid van personeel en reizigers.”