Opvallend eensgezinde Kamer steunt rem op bevolkingsgroei
De Tweede Kamer is opvallend eensgezind. Vrijwel alle partijen vinden dat de bevolkingsgroei afgeremd moet worden. Als het gaat om de aanpak van arbeidsmigratie lopen de visies echter uiteen.
De Kamer debatteerde woensdag over het rapport ”Gematigde groei” van de staatscommissie demografie. Daarin schetst de commissie −voorgezeten door oud-informateur Van Zwol− dat de bevolking, zonder extra maatregelen, groeit naar 21 tot 23 miljoen inwoners in 2050. Dat komt voornamelijk door de komst van extra arbeidsmigranten, asielzoekers en internationale studenten; het aantal geboorten en sterfgevallen is ongeveer gelijk aan elkaar sinds een aantal jaar.
Vrijwel alle partijen omarmen het advies van de commissie-Van Zwol. Dat betekent dat het aan de overheid is om zodanig in te grijpen dat de bevolking groeit naar maximaal 19 tot 20 miljoen Nederlanders in 2050. „We overvragen de spankracht van de samenleving als we migratie niet begrenzen”, zei CDA-leider Bontenbal.
Voor GL/PvdA betekent het overnemen van de conclusies van de staatscommissie een koerswijziging. „We hebben er in de fractie lang over gesproken, een aantal keren over gesproken, diepgaand over gesproken”, lichtte GL/PvdA-fractievoorzitter Timmermans toe. „We kunnen echt niet doorgaan met hoe we het de afgelopen jaren hebben gedaan.”
Ook de regering vindt dat de bevolkingsgroei moet worden afgeremd. Dat betekent nogal wat, benadrukte minister Van Hijum (Sociale Zaken). „Het is voor het eerst dat de regering beleid gaat opstellen op basis van demografische ontwikkelingen. Voorheen was bevolkingsgroei iets wat je overkwam.”
Om te beginnen zegde de minister toe dat hij voortaan jaarlijks een ”Staat van de demografie” naar de Kamer zal sturen. Daaruit moet duidelijk worden of de komst van arbeidsmigranten, asielzoekers en internationale studenten strookt met de gewenste bevolkingsomvang per 2050.
Niet enthousiast
Over het formuleren van een richtgetal is Van Hijum niet enthousiast. Als zo’n richtgetal er komt, wil hij er ook daadwerkelijk op kunnen sturen. Voor arbeidsmigratie is de minister bereid te onderzoeken hoe hoog het jaarlijks aantal extra arbeidsmigranten zou moeten zijn. Een deel van de Kamer vindt dat te mager. „Een gemiste kans”, oordeelde VVD-Kamerlid Becker.
Als het gaat om de aanpak van arbeidsmigratie lopen de visies van de partijen in de Kamer uiteen. GL/PvdA wil bijvoorbeeld dat er voor de vleessector, glastuinbouw en distributiecentra een verbod op uitzendwerk gaat gelden. D66 ziet slachterijen en distributiecentra als economische bedrijvigheid zonder toekomst.
De BBB daarentegen benadrukt dat de voedselproductie essentieel is. Van Hijum is terughoudend met het afwaarderen van economische sectoren: „Het is gevaarlijk om dat vanuit een Haagse ivoren toren te dicteren.”
VVD en CDA hebben hoge verwachtingen van technologische ontwikkeling als alternatief voor buitenlandse arbeidskrachten. SP en SGP zijn voorstander van werkvergunningen voor arbeidsmigranten uit EU-lidstaten. Ook voor NSC is dit „geen taboe” zei partijleider Omtzigt.
Volgend jaar zal minister Van Hijum aangeven welke maatregelen hij gaat nemen op gebied van arbeidsmigratie.