15 jaar gevangenisstraf voor moeder voor vergiftigen eigen zoon
Het gerechtshof in Den Bosch legde woensdag vijftien jaar celstraf op aan de 37-jarige Jolanda M. uit Zevenbergen voor het vergiftigen van haar 11-jarige zoon. Volgens het hof is er sprake van voorbedachten rade, dus moord. De vrouw bleef namelijk bewust doorgaan met het toedienen van medicijnen, zelfs toen ze haar kind hoorde gillen en zag wegvallen. De rechtbank legde vorig jaar tien jaar cel op voor doodslag.
De jongen overleed in februari 2020 aan een cocktail van pijnstillers, een slaapmiddel en een antidepressivum. Al die stoffen waren niet voorgeschreven aan het kind, maar wel aan de moeder. De verdachte beweerde dat haar zoon ze zelf moet hebben gepakt en ingenomen. Het hof vindt dat onwaarschijnlijk. Deskundigen concludeerden dat de vrouw waarschijnlijk lijdt aan het syndroom Münchhausen by proxy. Dat is een aandoening waarbij een kind vaak opzettelijk ziek wordt gemaakt voor aandacht.
In de slaapkamer van het kind hing een camera, die filmde dat de moeder verschillende medicijnen toediende. M. zei echter dat ze niets anders gaf dan paracetamol. Ook is op beelden te zien dat het steeds slechter gaat met de jongen. Hij huilde, gilde, zei dat hij zich niet goed voelde en viel een aantal keren flauw. „Na het toedienen van medicatie liet ze hem aan zijn lot over”, aldus het hof. Hij werd ’s ochtends levenloos in bed gevonden. Eerder was hij volgens het hof nog een energiek, blij en zelfstandig jongetje.
Volgens het Openbaar Ministerie was er aan de fatale dag nog meer onnodig leed voorafgegaan: „Ze heeft jarenlang medische specialisten meegenomen in haar waarheid, namelijk dat haar zoon ziek en zeer hulpbehoevend was en in een rolstoel moest.”
Het OM eiste twaalf jaar cel en tbs met dwangverpleging, maar dat laatste vindt het hof niet nodig. Deskundigen schatten het gevaar op herhaling laag in. M. krijgt wel een zogenoemde gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel (GVM) opgelegd. Deze maatregel is specifiek ontworpen om herhaling te voorkomen bij veroordeelden van ernstige gewelds- en zedendelicten.