Door nu bij hem stil te staan worden huidige politici misschien geïnspireerd, klinkt het bij Chartwell, het landhuis in zuidelijk Engeland waar Churchill de tweede helft van zijn leven doorbracht. Volgens de bezoekers kan immers geen van de huidige politici aan hem tippen.

Churchill kocht Chartwell begin jaren 20, enkele jaren voor zijn haperende politieke carrière een nieuwe impuls kreeg toen hij in 1925 terugkeerde bij de Conservatieven, na een uitstapje bij de begin twintigste eeuw populairdere Liberalen.

Het grootste deel van de jaren 30 –toen zijn bruuske politieke gedrag niet op prijs werd gesteld– bracht hij enorm veel tijd door in zijn woning waar hij, met het geweldige uitzicht over het heuvellandschap van Kent en Sussex zijn hart aan had verpand. Hij volgde zelfs een opleiding tot metselaar om eigenhandig bij te dragen aan de ingrijpende verbouwing die in die jaren plaatsvond.

Het is tegenwoordig een soort pelgrimsoord voor Churchill-adepten. Daarvan zijn er nogal wat. Met ruim 250.000 bezoekers per jaar is het een van de meest bezochte trekpleisters van de Engelse National Trust, een soort private Monumentenzorg. Het huis zelf was in de jaren net na de Tweede Wereldoorlog onbetaalbaar geworden voor Churchill, maar een groep rijke steunpilaren kocht het, op voorwaarde dat het na zijn overlijden, uiteindelijk in 1965, zou worden overgedragen aan de National Trust. Churchill ging akkoord.