Mogelijke belemmeringen voor openbaar maken oorlogsarchief
Het Nationaal Archief heeft adviezen ingewonnen over mogelijke risico’s bij het openbaar maken van het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR). Die adviezen hebben geleid tot „een aantal aanvullende maatregelen” voor het digitaal toegankelijk maken van het beladen oorlogsarchief vanaf 1 januari. Dat meldt het Nationaal Archief na berichtgeving van De Telegraaf waarin wordt gesteld dat ze adviezen over privacyrisico’s heeft genegeerd.
Het Nationaal Archief neemt maatregelen zoals het niet online beschikbaar stellen van dossiers van mensen die in 2025 jonger zijn dan 101 jaar en van wie geen overlijdensgegevens worden gevonden. Ook wil de organisatie in sommige gevallen mensen de kans geven om een verzoek in te dienen om documenten offline te laten halen. In andere „bijzondere gevallen” kan besloten worden om de documenten niet digitaal beschikbaar te maken. „De maatregelen zijn eerder besproken en afgestemd met belangenverenigingen waarin zowel nabestaanden van slachtoffers en verdachten vertegenwoordigd zijn”, aldus het Nationaal Archief, dat verder niet ingaat op de eventuele genegeerde privacyrisico’s waar De Telegraaf over schrijft.
Volgens de krant heeft het Nationaal Archief een intern advies, opgesteld door eigen juridisch adviseurs, niet openbaar gemaakt. Daarin zouden vijf privacybeschermende maatregelen zijn geadviseerd. Daarvan is er volgens De Telegraaf maar een toegepast, namelijk dat het oorlogsarchief niet doorzoekbaar is via Google. Een woordvoerder van het Nationaal Archief laat weten dat het advies binnen afzienbare tijd alsnog openbaar wordt gemaakt.
De Telegraaf meldt ook dat de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) actie gaat ondernemen tegen de manier waarop het CABR openbaar wordt gemaakt. Het archief, dat dossiers bevat van ongeveer 425.000 Nederlanders die werden verdacht van collaboratie met de Duitse bezetter in de Tweede Wereldoorlog, is vanaf 1 januari voor iedereen toegankelijk en wordt vanaf dan ook stapsgewijs online beschikbaar. De AP laat alleen weten al „enige tijd” in gesprek te zijn met het Nationaal Archief over de openbaarmaking van het CABR.