De drugsbende was actief tussen 2013 en september 2015 en handelde in kilo’s cocaïne en speed in Nederland, Duitsland en Zweden. De hoofdverdachte Saied H. kreeg in 2017 acht jaar cel opgelegd.

De rechterhand van de bendeleider, Ivo J., heeft bij de politie veertig bekennende verklaringen afgelegd, die belangrijk bewijs vormden tegen zijn medeverdachten. Dat leverde hem destijds een lagere straf op, drie jaar cel. In hoger beroep stond de vraag centraal hoe de bekentenis van J. tot stand was gekomen.

Het hof vindt dat het OM allerminst transparant daarover is geweest. Het heeft uiteindelijk vastgesteld dat er toezeggingen zijn gedaan aan J. over de straf. In ruil daarvoor moest hij niet alleen blijven meewerken aan het onderzoek, maar moest hij ook zwijgen over zijn contacten met justitie. Het OM zelf heeft ook niet kenbaar gemaakt hoe de verklaringen van J. tot stand zijn gekomen, aldus het hof, aan de rechter, noch aan de advocaten van de medeverdachten. Daardoor heeft de rechter de betrouwbaarheid ervan niet kunnen toetsen en werd ook de verdediging op achterstand gezet.

Het gebrek aan transparantie van het OM heeft tot en met het onderzoek in hoger beroep geduurd en het hof „heeft uitzonderlijke beslissingen moeten nemen om te achterhalen wat er had plaatsgevonden tussen de bekennende medeverdachte en het OM”.

Sanne Schuurman, een van de advocaten in het proces, zegt „onder de indruk” te zijn van het harde oordeel van het hof. „We hebben met volle bak gelijk gekregen. Het is voor een advocaat lekker om de bevestiging te krijgen dat je het goed hebt gezien, omdat wij nogal eens beticht worden van ‘fishing expeditions’ en dergelijke. Ik ben blij dat we niet hebben losgelaten.” De raadsman vindt de manier waarop het OM heeft geopereerd ernstig, „vooral omdat er zo grondig en door het hele OM heen is geprobeerd zaken verborgen te houden”.

Het OM reageerde donderdag: „Wij hebben de stevige bewoordingen van het hof vandaag gehoord en gaan de uitgebreide arresten bestuderen.”