Dinsdag, tijdens de eerste termijn van de behandeling van de onderwijsbegroting in de Tweede Kamer, bleek dat vrijwel alle oppositiepartijen dreigen tegen de begroting te stemmen vanwege de bezuinigingen die daarin zijn opgenomen. Omdat de coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB geen meerderheid in de Eerste Kamer heeft, is steun van enkele oppositiepartijen wel nodig.

De linkse partijen, GroenLinks-PvdA, SP, Volt, DENK en PvdD, zouden wel voor de begroting willen stemmen als er 2 miljard minder op onderwijs bezuinigd wordt. D66, CDA, ChristenUnie en JA21 hebben een amendement ingediend om 1,3 miljard minder te bezuinigen.

Woensdag gingen de fractievoorzitters van de coalitiepartijen, Dilan Yeşilgöz (VVD), Nicolien van Vroonhoven (NSC) en Caroline van der Plas (BBB), meermaals in overleg met PVV-leider Geert Wilders. Aan het einde van de middag schoven ook vertegenwoordigers van D66, CDA, CU en JA21 aan. Tijdens het overleg is afgesproken dat de vier coalitiepartijen met de vier oppositiefracties de komende dagen verder onderhandelen over aanpassingen van de onderwijsbegroting.

ChristenUnie-Kamerlid Pieter Grinwis zei na afloop dat er sprake was van een „constructief” gesprek. CDA’er Henri Bontenbal stelde dat er bij oppositie en coalitie de wil bestaat om eruit te komen. Joost Eerdmans (JA21) weet zeker dat de begroting wordt aangepast, misschien niet voor 1,3 miljard, maar wel substantieel.

Luc Stultiens (GroenLinks-PvdA) riep woensdag de vier oppositiepartijen op om niet met de coalitie in zee te gaan.