Overwoekerde geschiedenis

Overwoekerde geschiedenis. Dat is Nieuw Fort Sint Andries in een notendop. Een verborgen pareltje in de Bommelerwaard.

21 November 2024 14:18
Gijsbert Smit, beheerder van Nieuw Fort Sint Andries, in ‘zijn’ fort. beeld Gert de Looze
Gijsbert Smit, beheerder van Nieuw Fort Sint Andries, in ‘zijn’ fort. beeld Gert de Looze

tekst en beeld Gert de Looze

Gijsbert Smit komt er al tientallen jaren en beheert de fortruïne in opdracht van Staatsbosbeheer. De inwoner van het nabijgelegen Gelderse Rossum komt minstens twee keer per week kijken hoe het terrein erbij ligt. „Zoals een moeder bij haar baby gaat kijken of die lekker slaapt.”

We staan op de Waaldijk bij de resten van de voormalige sluis Sint Andries, tussen de rivieren Maas en Waal. Het is een stukje van de Limes, de noordgrens van het vroegere Romeinse rijk. Smit wijst richting Maren Kessel. „Daar sloeg Julius Caesar in 59 voor Christus zijn kamp op. Hij heeft hier naar schatting een kleine 135.000 leden van Germaanse stammen Usipetes en Tencteri gedood of op transport gezet om hen elders als slaaf aan het werk te laten gaan.”

De doorwaadbare plek bleef van strategisch belang, bijvoorbeeld aan het begin van de Tachtigjarige Oorlog voor Spanjaarden en Staatsen. Na de Franse Tijd werd in 1812 Nieuw Fort Sint Andries uit de grond gestampt om mogelijke vijanden uit het gebied te weren, samen met een afsluitdijk die Den Bosch droog ging houden.

Heksenketel

Vanaf de Waaldijk wijst niets op het nabijgelegen fort. De drooggevallen gracht is net als de wallen vrijwel volledig begroeid. Informatieborden ontbreken. Slechts de bovenkant van een 20e-eeuwse wachttoren prikkelt de nieuwsgierigheid.

Vreemd is die onzichtbaarheid niet, vertelt Smit. „In 1944 was het hier een heksenketel. Duitse en Engelse troepen beschoten elkaar. In dat jaar werd een Engelse patrouille in een hinderlaag gelokt, waarbij vier soldaten sneuvelden. Twee van hen zijn nooit gevonden en liggen waarschijnlijk in het fort begraven. Op de Waaldijk staat een monument ter nagedachtenis aan de gesneuvelde soldaten. Uiteindelijk blies de Duitse Luftwaffe in april 1945 het fort op.

Daarna nam de natuur het circa een hectare grote terrein in bezit. Tegenwoordig komen er dik 150 verschillende planten voor, waaronder bijzondere soorten. Moeiteloos somt Smit een rijtje op: „Beemdooievaarsbek, marjolein, grote tijm, rapunzelklokje, kruisbladwalstro. Ik ben gelukkig als ik die plantjes zie bloeien.” Ook aan struiken als meidoorn en braam is geen gebrek. Tot genoegen van kramsvogels die hier ’s winters komen buurten. ”Die eten alles in een paar dagen leeg.”

Ruïne

Het fortterrein is toegankelijk via een houten brug. Twee gebouwen naast de vroegere toegangspoort overleefden alle geweld. Van het fort zelf resten muren van zo’n twee meter hoog. De ruïne is vanaf het omliggende terrein te bewonderen en om veiligheidsredenen niet toegankelijk. Smit zorgt dat de wandelpaden vrij blijven. Daarnaast neemt hij ook andere maai- en snoeiklussen voor zijn rekening.

Aan een linde hangt een klimtouw. „Dat hebben ouders opgehangen voor hun kinderen. Prima toch? Vrijwel alle bezoekers gaan respectvol met dit terrein om. Er worden kinderfeestjes gehouden en er komen bijvoorbeeld schoolklassen. Op werkdagen zie ik hier zo’n twintig mensen langskomen en in weekenden zestig tot honderd bezoekers per dag.”

Nieuw Fort Sint Andries biedt alle gelegenheid om te mijmeren en op adem te komen. Om een overvliegende sperwer en slechtvalk te spotten of om op de wachttoren te genieten van het rivierlandschap en van het zicht op de fortruïne. Al kunnen straaljagers  de rust verstoren.

De betonnen toren op de dijk rond het fort werd in 1955 tijdens de Koude Oorlog gebouwd voor soldaten van het Korps Luchtwachtdienst. Zij moesten laagvliegende Russische vliegtuigen signaleren, die aan de aandacht van de radar waren ontsnapt.

Woeste plannen

Na de jaren 50 werd het fort met een kudde jongvee begraasd en groeven amateurschatgravers de gewelven uit. Tot Staatsbosbeheer zo’n twintig jaar geleden de scepter over het terrein ging zwaaien. „In die tijd had de provincie woeste plannen om het gebied leeg te trekken en het fort volledig te restaureren”, herinnert Smit zich. ”Gelukkig was Staatsbosheer gevoelig voor het tegengas dat ecoloog Cyril Liebrand en ik gaven. Wij pleitten ervoor om de harmonie tussen de fortruïne en de omliggende rijke begroeiing te handhaven. Dit is een bijzondere plek waar beschermde planten groeien die enkel in kalkrijke gebieden in Limburg te vinden zijn.”

Staatsbosbeheer koos ervoor om de ruïne te conserveren en laat de stichting Dorp en Landschap Bommelerwaard het terrein beheren. Daar is iedereen welkom. „Ik houd niet van verbodsborden, maar wel van verantwoord sociaal gedrag.”

fortstandries.nl

Ik ben gelukkig als ik alle plantjes zie bloeien

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer