Oud-directeur visveiling komt op stoom
Vrouwen zijn niet welkom in de werkplaats van Teun Visser. Die leiden alleen maar af en dat mag niet, want het bouwen van stoommachines is millimeterwerk. „Vroeger smeet ik met gereedschap als het misging, maar dat lost niks op, heb ik gemerkt.”
Wie de voormalig directeur van de Urker visafslag meemaakt, kan zich zo’n uitbarsting niet voorstellen. Een rots in de branding en de rust zelve, lijkt hij. „Als het nu mis gaat, ga ik een rondje fietsen.”
Visser heeft een bijzondere passie: het bouwen van stoommachines op schaal. Waren de eerste twee probeersels nog vanuit een bouwpakket –waarbij overigens de nodige machinale voorbewerking nodig was– exemplaar nummer drie is volledig gefabriceerd vanaf een tekening. Op dit moment werkt de hobbyist aan een heuse stoomtrein op schaal die straks ook wagons met passagiers kan trekken. „Frappant dat je met zo’n klein zuigertje zoveel kracht kunt opwekken.”
Als het aan de technicus ligt, stopte hij meer uren in deze liefhebberij. De tijd laat dat echter niet toe. Want hoewel hij het management van de visveiling vorig jaar juni heeft overgedragen aan zijn opvolgers, ligt bij hem nog de taak om een diepvriesopslag en een overslagruimte te bouwen naast de visveiling. „Na de sanering van de vloot in 2022 liep ook de aanvoer –en daardoor de inkomsten– van de vismijn terug. Een nieuwe bedrijfstak werd gevonden in het opslaan en ontdooien van bevroren vis en in de distributie daarvan. De vraag naar vriesruimte en een zogenoemd crossdock is nu zo groot, dat we meer ruimte nodig hebben. Er ligt een concreet plan voor een vriezer waar zo’n 15.000 pallets kunnen staan. Daarnaast komt er een overslagruimte van 3000 vierkante meter.”
De tekeningen zijn klaar, de gemeente is op hoofdlijnen akkoord en als ook de leden het eens worden, dan zou de uitbreiding eind 2025 bedrijfsklaar moeten zijn. „Door deze extra inkomsten van de veiling hoeven de aanvoerkosten voor vis niet te stijgen.”
Het begeleiden van dit project kost Teun zo’n twee uur tot twee dagen per week. Daarnaast geeft hij tijdelijk leiding aan de visveiling van Vlissingen, die op het punt staat verkocht te worden. De onderhandse verkoop aan Urk ging op het laatste moment niet door omdat een concurrerende visafslag daar een stokje voor stak. Nu moeten belangstellenden een bod doen en wachten tot de eigenaren –Vlissingen en Oostburg– akkoord gaan. Bovendien kunnen belanghebbenden dan nog bezwaren indienen. Tot die tijd kost het management in Zeeland de Urker voorman wekelijks twee dagen.
Fleischmann
Voorlopig heeft hij dus weinig tijd om te draaien, frezen, boren en monteren. Toch ligt zijn liefde bij de techniek. „Als jochie van acht jaar kreeg ik een trein van Fleischmann, samen met mijn broer. Met blokken om de stroom te onderbreken moest je dan proberen om op één baan verschillende treinen te laten rijden; je had alleen maar een transformator tot je beschikking. Toen ik ging trouwen had ik daar geen tijd meer voor. Later, toen de kinderen wat groter waren, ging het vuurtje weer branden nadat ik een boek las over modelbouw. Op zolder heb ik vervolgens ruimte gemaakt voor een spoorbaan. Inmiddels zorgde de digitale techniek ervoor dat je de treinen kon aansturen met een computer. Na het trouwen van mijn zoon heb ik de volgende dag direct de hele zolder in beslag genomen en de boel uitgebreid.”
Als jochie van acht jaar kreeg ik een trein van Fleischmann, samen met mijn broer
De flinke collectie aan treinstellen, locomotieven en rails moet echter even wachten op afronding, want zes jaar geleden kwam Visser plots in aanraking met een ander fenomeen: stoommachines. „Op Urk is er ieder jaar een hobby- en modelbouwbeurs. Daar stond iemand die zo’n werkend apparaat bij zich had .”
De aandacht van de treinenfanaat was direct getrokken. „Ik heb een technische opleiding gedaan en me altijd voor techniek geïnteresseerd. Op YouTube heb ik verder gezocht en uiteindelijk in Engeland een zogenoemd gietpakket besteld met bijbehorende tekening. Ik moest dan nog wel alles zelf frezen en draaien. Dat ging eigenlijk best goed. Materiaal voor een tweede exemplaar heb ik vervolgens aangeschaft in Amerika.”
Uitdaging
Toen ook dat project was afgerond, werd het tijd voor een stapje hoger op de techniekladder. „Via het blad Onder Stoom heb ik een tekening besteld van een triple stoommachine waarbij je al het materiaal los moest kopen en bewerken. Ik ben eerst bij iemand gaan kijken die zoiets al had gemaakt. Die man, een oud-machinist, had een prachtige werkplaats. Hij heeft me op weg geholpen. Het was wel een enorme uitdaging, want je moet alles, ook het kleinste onderdeeltje, zelf maken. Daar heb je de juiste machines voor nodig.”
En die heeft Visser inmiddels. Zijn werkruimte staat vol met apparatuur die nodig is om de verschillende metalen onderdelen tot op een honderdste millimeter nauwkeurig te boren of frezen. „Ik heb onder andere een boor/freesmachine, een zaagbank, draaibank en een apparaat om te kunnen hardsolderen, Ja, het is best een dure hobby. Hier staat voor zo’n 30.000 euro aan spullen. Maar dat is stukje bij beetje aangeschaft.”
Zijn nieuwste project is een 1,30 meter lange locomotief die straks op stoom over 3,5 inch brede rails gaat rijden. „Als brandstof gebruik ik steenkool. Daardoor wordt een ketel met water verhit en de stoom drijft dan de wielen van de locomotief aan. De ketel moet iedere twee jaar een verplichte keuring ondergaan vanwege ontploffingsgevaar. Achter de locomotief komen wagons. Daar kunnen bijvoorbeeld kinderen op meerijden. Voor mij zit het plezier echter vooral in het bouwen.”
Aan de wand hangt een foto van de locomotief zoals deze er in het echt uitziet. Maar voordat het schaalmodel gereed is, is de Urker technicus wel een paar jaar verder. „Ik ben nu bezig met het aandrijfgedeelte, de verbindingsstangen van de stoomcilinder. Ik verwacht in totaal zo’n 2500 uur nodig te hebben om dit af te bouwen.”
Priegelwerk
Nederland telt maar weinig hobbyisten op het gebied van stoommachines, vermoedt Visser. „En als je hiermee start, heb je hulp en advies van anderen nodig. Zo ben ik ook begonnen. Op mijn beurt help ik mensen die hierin geïnteresseerd zijn. Want als je vastloopt, is de lol er snel af. Verder moet je in de basis wel technisch onderlegd zijn en interesse en geduld hebben, want het is een enorm priegelwerk.
Het is best een dure hobby: hier staat voor zo’n 30.000 euro aan spullen
Ik begin altijd eerst met het bestuderen van de tekening. Daarna verzamel ik het benodigde materiaal. Ook tijdens het bouwen blijf ik steeds opletten. Als je een onderdeel verkeerd boort of freest, moet je dat weer helemaal opnieuw maken. Vroeger smeet ik dan uit frustratie weleens met gereedschap. Tegenwoordig ga ik een rondje fietsen. Maar mijn vrouw merkt het wel als er iets misgegaan is: ’s avonds in bed lig ik soms wakker van een probleem dat opgelost moet worden.”
Niet alleen de benodigde machines ook het basismateriaal wordt steeds duurder. Vooral messing en brons. „Voor het cilinderblok had ik een stuk messing nodig van 400 euro. Maar ik kijk ook of ik alternatief, goedkoper materiaal kan gebruiken. Het is wel handig als je contacten in de metaalwereld of bij een oudijzerhandelaar hebt.”
Vooral ouderen
Zorgelijk is het volgens Teun dat de wereld van de modelbouw vooral bestaat uit ouderen. „Jeugd is nauwelijks meer geïnteresseerd. Ik heb het met mijn eigen kleinkinderen geprobeerd. Dan zijn ze een half uur geboeid en daarna kruipen ze weer achter hun mobieltje. Wij waren vroeger altijd buiten bezig met het bouwen van hutten en vlotten. Zo ontwikkel je je zintuigen. Nu kruipen jongeren achter de pc of smartphone. De grootste fout in het onderwijs was het afschaffen van de ambachtsscholen. Nu zitten we te springen om technisch personeel.”
Wie de stoommachines van Teun Visser in werking wil zien, is welkom op zaterdag 21 december tijdens de model- en hobbybeurs in sporthal de Vlechttuinen op Urk.