BinnenlandAnti-conversiewet
Experts hekelen vaagheid anti-conversiewet

De initiatiefnemers van de Wet strafbaarstelling conversiehandelingen moeten duidelijker maken wat ze met hun wetsvoorstel beogen. De bestaande conceptversie roept nog diverse vragen op, bijvoorbeeld die over de reikwijdte van de wet.

14 November 2024 17:46
beeld RD
beeld RD

Dat betoogde wetenschapper dr. mr. S. Ligthart (strafprocesrecht) donderdagmiddag in een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer.

De wet, ingediend door D66, GroenLinks-PvdA, SP, VVD en de Partij voor de Dieren, verbiedt het ambts- en beroepshalve uitrichten van therapieën en praktijken die beogen iemands seksuele geaardheid of genderidentiteit te veranderen of te onderdrukken. Wie dat bij minderjarigen doet, heeft als het aan de indieners ligt hoe dan ook strafvervolging te duchten. Ook als volwassenen de doelgroep vormen, dreigt strafvervolging, maar dan alleen wanneer bijvoorbeeld een pastor of een therapeut diens overwicht in een (behandel)relatie misbruikt.

In de toelichting op de wet verduidelijken partijen dat handelingen strafbaar worden als daarbij druk wordt uitgeoefend, vanuit de opvatting dat er sprake is van een ziekte, een bezetenheid of van gevoelens die veranderd of weggenomen kunnen worden. Daarbij kan worden gedacht aan het geven van elektroshocks, maar ook aan extreme gebedssessies of het toedienen van libidoremmende medicatie.

Of pastorale en therapeutische gesprekken als strafbaar kunnen worden beoordeeld hangt af van de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit daarvan, „alsook van de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden”, aldus de toelichting.

Onduidelijk blijft echter wat nu het doel is van de wet, voerde Ligthart donderdag aan. „Is dat het tegengaan van psychische schade? In dat geval voorziet de wet niet in een leemte”, zei hij, waarbij hij verwees daar diverse wetsartikelen waarin mishandeling of dwang al strafbaar is gesteld.

Diverse passages in de conceptwet doen volgens de wetenschapper vermoeden dat het initiatief vooral dient ter bescherming van iemands genderzelfbeschikkingsrecht. Zo’n wet zou nieuw zijn, „maar de vraag is wel in hoeverre alle handelingen die straks strafbaar zijn onder de wet daadwerkelijk inbreuk maken op iemands genderidentiteit”, aldus Ligthart. Als voorbeeld noemde hij pastorale gesprekken en schadelijke conversiehandelingen waarvan vaststaat dat die niet effectief zijn. „Die veranderen iemands genderidentiteit niet.”

Wat het doel is, is volgens Lugthart niet om het even. „Een verplichte sterilisatie is iets anders dan een pastoraal gesprek.”

Juristerij

Als de Tweede Kamer bij de behandeling van de wet niet voldoende bewaakt dat de doelen vooraf helder zijn, bestaat de kans dat de rechter de reikwijdte van de wet gaat afbakenen aan de hand van (proef)procedures, zei Ligthart in antwoord op een vraag van SGP-Kamerlid Van Dijk. „De vraag is: Willen we dat overlaten aan de juristerij?”, aldus Ligthart.

De wetenschapper legde verder uit dat de wet niet eist dat het causale verband tussen een conversiehandeling en de geleden schade die daaruit zou voortvloeien onomstotelijk vast komt te staan. Daartoe trok hij een parallel met de Opiumwet. In beide wetten gaat het primair om het verbieden van gedragingen die potentieel schadelijk zouden kunnen zijn.

Docent en onderzoeker filosofie en medische ethiek dr. J. Smids zei in de wet een specifieke clausule te missen die expliciet stelt dat psychologen en andere BIG-geregistreerde hulpverleners die geen arts zijn niet onder de strafbepalingen van de wet vallen. Vergelijkbare wetten in andere landen hebben zo’n duidelijke uitzonderingsbepaling volgens hem wel.

Nederland moet daarin volgen, bepleitte Smids. Hij haalde onderzoek aan waaruit blijkt dat er homo’s zijn die als kind kampten met genderdysforie en daar eerst overheen moesten groeien voor ze zichzelf leerden identificeren als homo. Een psycholoog die grondig de tijd wil nemen om een en ander zorgvuldig uit te vragen, maakt zich dus niet schuldig aan pogingen iemands genderidentiteit te onderdrukken, zei Smids. Het gaat dan eerder om zorgvuldigheid en het voorkomen van transitiespijt.

Schade

Tijdens de expertmeeting kwam ook prof. dr. J. de Wit (Sociale Wetenschappen) aan het woord. Hij legde uit dat het methodologisch complex is om in kaart te brengen hoe schadelijk de gevolgen van conversiehandelingen voor iemand kunnen zijn. „Mensen die slachtoffer worden van zulke praktijken leven veelal al in een context die niet bevorderlijk is voor de acceptatie van een afwijkende identiteit. Als zij te kampen krijgen met angstgevoelens of suïcidaliteit is het daarom lastig na te gaan wat daarvan de oorzaak is: die conversiehandelingen of de context.”

Het meest betrouwbare beeld valt volgens De Wit te ontlenen aan recent Amerikaans onderzoek onder lhbti’ers, die allen verkeerden in een context waarin de acceptatiegraad voor hun geaardheid laag was. Jongeren die daarboven op ook nog te maken kregen met conversiepraktijken hadden volgens dit onderzoek aanzienlijk vaker te kampen met angstproblematiek (47 procent versus 33 procent), depressie (27 procent versus 65 procent) en suïcidaliteit (22 procent versus 63 procent) dan jongeren die daarvan gevrijwaard bleven. „Als je zoekt naar betrouwbare gegevens over het zelfstandig effect van conversie-ervaringen komt dit onderzoek het dichtst in de buurt”, aldus De Wit.

Volgens de huidige stand van zaken gaat de Tweede Kamer volgende maand met de initiatiefnemers in debat over hun wet.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer