Minister Judith Uitermark (Binnenlandse Zaken) ziet veel onrust onder burgemeesters, en sprak in een debat met de Tweede Kamer steun uit voor hen. Burgemeesters moeten in een samenleving vol tegenstellingen lastige keuzes maken over de openbare orde. De bewindsvrouw voegde toe „dat zij bij dit soort ingewikkelde afwegingen niet op dagdagelijkse basis zich zouden moeten afvragen wat Den Haag daarvan vindt”.
In het debat over de geweldsincidenten in Amsterdam vorige week, kwam ook de rol van burgemeester Femke Halsema uitvoerig aan de orde. Geert Wilders, leider van de PVV waarmee Uitermark in een regeringscoalitie zit, diende zelfs een motie in waarin het kabinet wordt opgeroepen Halsema te ontslaan. Daarom vroeg GroenLinks-PvdA-leider Frans Timmermans Uitermark expliciet steun uit te spreken voor Halsema.
„Ik zeg u: ik sta naast álle burgemeesters”, reageerde de bewindsvrouw daarop. „Nu en in de toekomst.” Vanuit de debatzaal wilde zij de lokale bestuurders een hart onder de riem steken. „Alle burgemeesters, in het hele land. Die elke dag opnieuw lastige afwegingen moeten maken in een samenleving die ook steeds verder verdeeld raakt.”
Het is volgens de minister maar één keer voorgekomen dat een kabinet ertoe overging om een burgemeester te ontslaan. Dat was in 1967 bij burgemeester Gijs van Hall van Amsterdam, omdat hij op gebrekkige manier de openbare orde handhaafde. Dat mondde uit in excessief politiegeweld waarbij een dode viel. Dat is een volstrekt andere situatie dan nu het geval is, vindt de minister. Wilders meent echter van niet, omdat er onrust is in de stad en toch weer een demonstratie is toegestaan.
Ook benadrukte Uitermark dat het in beginsel aan de gemeenteraad is om te beslissen over de positie van de burgemeester. Die behield dinsdagavond het vertrouwen van de raad in een debat over de gewelddadigheden.