Ishiba nam begin oktober de leiding van het land over van Fumio Kishida, die zich niet herkiesbaar stelde als partijleider. Ishiba schreef direct nieuwe verkiezingen uit om een sterker mandaat voor zichzelf te creëren, maar dat pakte verkeerd uit. De kiezers waren ontevreden over hoge inflatie en een aantal schandalen binnen de regeringspartij LDP en straften die partij af.

De oppositie kreeg de meerderheid van de zetels, maar door onderlinge verdeeldheid kunnen die partijen geen regering vormen. Ishiba kreeg daarom 221 stemmen om premier te worden, tegen 160 voor zijn belangrijkste uitdager Yoshihiko Noda.