Asielminister Faber negeert kritiek oppositie: Ik ga niet in op als-danvragen
Oppositiepartijen vinden de enorme financiële ombuiging die asielminister Marjolein Faber wil doorvoeren in de asielketen niet reëel en volstrekt onverantwoord. Maar de PVV-bewindspersoon ontwijkt bijna elke kritische vraag: „Daar ga ik niet op in.”
De Tweede Kamer debatteerde donderdag met minister Faber (Asiel en Migratie) over haar begroting en de asielnoodmaatregelen die het kabinet wil treffen. Oppositiepartijen uitten zich in dat debat bijzonder kritisch over de megabezuinigingen die Faber vanaf 2027 wil gaan doorvoeren. Het kabinet trekt voor 2025 en 2026 respectievelijk nog 9,5 miljard en 9,8 miljard uit. Maar in 2027 slinkt de asielbegroting naar 2,9 miljard euro, en een jaar daarop zelfs naar 1,2 miljard. Vooral uitvoeringsinstanties als de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) krijgen hiermee te maken.
Beide instanties zien hun budget vanaf 2027 met ongeveer 85 procent teruglopen, terwijl recente prognoses van Fabers eigen ministerie voorspellen dat het aantal mensen in de asielopvang zal stijgen van 82.000 in 2024 naar 132.000 in 2027. Ook wordt voorspeld dat de asielinstroom in ieder geval tot 2028 niet zal afnemen.
Toch zijn de bezuinigingen volgens Faber verdedigbaar omdat er volgens haar nu „eindelijk” verregaande noodmaatregelen worden getroffen. Maar welk effect die maatregelen precies hebben, is ook voor Faber zelf nog niet duidelijk, bleek tijdens het debat. Zo reageerde de bewindspersoon ontwijkend op een vraag van SP-Kamerlid Michiel van Nispen die haar vroeg drie maatregelen te noemen waardoor de asielinstroom kleiner wordt.
Wensdenken
Frappant is ook dat Faber woensdag per brief moest erkennen dat het aantal verwachte asielzoekers in 2027, dat is opgenomen in de begroting, niet is gebaseerd op prognoses, maar op het begrotingskader zelf. Zo verwacht het kabinet dat de totale asielinstroom in 2027 op 25.000 ligt.
Dat is een ultieme vorm van wensdenken, oordeelde het gros van de oppositiepartijen donderdag. Veel fracties zijn namelijk bang dat als de asielinstroom straks niet daalt, of veel minder hard daalt, alsnog moet worden geschoven met geld. De bewindspersoon wil daar echter nog niet aan denken. „Ik ga niet in op als-danvragen.”
Ook de coalitiepartijen VVD en NSC zijn kritisch over de geplande ombuigingen. VVD-Kamerlid Queeny Rajkowsky noemde de bezuinigingen zelfs „spannend en ambitieus”. Toch stelt haar partij, evenals NSC, zich gerust met de gedachte dat de begroting altijd nog kan worden bijgestuurd, bijvoorbeeld als de Kamer debatteert over de voorjaarsnota. „Dat is heel gebruikelijk.”
Onwetendheid
In het debat, dat nogal stekelig verliep, werd Faber regelmatig van ondeskundigheid en onwetendheid beticht. Zo plaatste Van Nispen vraagtekens bij Fabers bewering dat haar asielbeleid weliswaar streng is, maar de meest kwetsbare vluchtelingen ontziet. De SP’er verwees daarbij naar het kabinetsvoornemen om per jaar 300 vluchtelingen minder op te nemen via het hervestigingsprogramma van de Verenigde Naties. Alleen de allerkwetsbaarste vluchtelingen komen voor zo’n programma in aanmerking. „Ik ga hier niet op in”, zo luidde herhaaldelijk de repliek van Faber, die in eerste instantie niet leek te weten hoe het hervestigingsprogramma precies werkt.
Werkplanning
Een van de weinige dingen waarmee Faber de Tweede Kamer donderdag wel tevreden kon stellen, was de belofte inzage te geven in haar werkplanning aangaande de asielnoodmaatregelen. Het wetsvoorstel om een tweestatussenstelsel in te voeren, zal nog voor Kerst naar de Raad van State worden gestuurd, zo beloofde ze. Vooral coalitiepartij VVD maant Faber al sinds haar aantreden tot spoed.