Het aantal zwangerschapsafbrekingen in ons land is vorig jaar, vergeleken met 2022, met zo’n 3700 gestegen naar ruim 39.000. Dat staat in een rapportage van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). De inspectie kan door wettelijke beperkingen geen verklaring geven voor de cijfers.
Het aantal buitenlanders dat in 2023 in Nederland een zwangerschap liet afbreken, is volgens de IGJ „nagenoeg” gelijk gebleven.
Meer dan tien jaar schommelde het aantal abortussen in Nederland tussen de 30.000 en 33.000. Sinds twee jaar gaat het aantal echter flink omhoog. Ook vorig jaar lieten vooral vrouwen tussen de 25 en 34 jaar een zwangerschap afbreken. Het aantal afbrekingen van tienerzwangerschappen stijgt minder snel. In 2023 waren dat er bijna 2900. Ruim honderd meisjes die een abortus ondergingen waren jonger dan 15 jaar.
Alle ziekenhuizen en abortusklinieken leverden cijfers aan. „Het duiden van abortuscijfers vraagt om terughoudendheid. We weten immers uit onderzoek dat er altijd verschillende, persoonlijke factoren zijn die meespelen bij het ontstaan van onbedoelde zwangerschappen”, aldus staatssecretaris Vincent Karremans (Jeugd, Preventie en Sport).
„De beslissing om een zwangerschap af te breken maakt iedere vrouw op basis van eigen overwegingen. Er zijn vaak verschillende redenen om dat te doen. Het is belangrijk dat vrouwen in ons land de vrijheid hebben om die keuze in eigen regie te maken, en zonder verantwoording te hoeven afleggen. We mogen trots zijn op de abortuszorg die vrouwen daarin zorgvuldig begeleidt”, aldus Karremans.
Dramatisch
SGP-woordvoerder medische ethiek Diederik van Dijk noemt het in een reactie „dramatisch” dat steeds meer prille leventjes in de knop worden gebroken. „Nederland faalt in het beschermen van het meest kwetsbare leven. Tienduizenden meisjes en jongetjes krijgen geen énkele kans. Dat is diepbedroevend en zeer zorgwekkend!”
Cijfers laten zien dat het percentage zwangerschappen dat wordt afgebroken zonder beraadtermijn vorig jaar abrupt is gestegen naar 78 procent. Jarenlang schommelde dat rond de 19 procent, maar het vorige kabinet paste de abortuswet zo aan dat een zwangere vrouw met een abortuswens samen met haar arts mag bepalen of er een beraadtermijn nodig is. Van Dijk noemt dat „een grote en dure vergissing.” De historisch hoge abortuscijfers bewijzen volgens hem juist dat ongeboren leven meer bescherming nodig heeft „en dat we niet langer mogen wegkijken van de onderliggende problematiek.”
Volgens week, als de Kamer debatteert over medische ethiek, wil de SGP opnieuw voorstellen de oorzaken voor abortus te registreren om vrouwen en kinderen beter te kunnen helpen.
Verdrietig
ChristenUnie-fractievoorzitter Mirjam Bikker spreekt van verdrietige cijfers, „die niet tot berusting mogen leiden, maar ons bepalen bij hoe belangrijk het is om als samenleving en overheid er alles aan te doen om het aantal abortussen omlaag te krijgen.”
Ook Bikker noemt het belangrijk om te weten waarom vrouwen kiezen voor abortus. De ChristenUnie hoopt dat een meerderheid van de Tweede Kamer volgende week zal aandringen op het inzichtelijk maken van de gevolgen van het afschaffen van de beraadtermijn.