Op basis van alle landelijke klimaatplannen bij elkaar, zou er per 2030 wereldwijd 51,5 gigaton CO2 worden uitgestoten. Dat is slechts 2,6 procent minder dan in 2019, terwijl het VN-panel van klimaatwetenschappers IPCC zegt dat de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met 43 procent moet zijn verminderd om de ergste klimaatverandering tegen te gaan. Alleen op die manier zou de opwarming van de aarde onder de 1,5 graad kunnen blijven, berekende het IPCC eerder.

Volgens UNFCCC-baas Simon Stiell lopen de huidige klimaatplannen „mijlen achter op wat nodig is om te voorkomen dat de opwarming van de aarde elke economie verlamt en miljarden levens en bestaansmiddelen in elk land verwoest.” Hij hoopt dat dit rapport een keerpunt is en dat landen inzien dat ze in de toekomst krachtigere nieuwe klimaatplannen moeten maken.

Begin 2025 moeten alle landen nieuwe klimaatplannen hebben ingeleverd en dit zal ook een onderwerp zijn op de VN-klimaattop in november in Bakoe. Stiell noemt de klimaattop een „cruciaal moment” in de klimaatstrijd. Hij zegt dat landen concrete plannen moeten maken hoe ze hernieuwbare energie gaan opschalen en hoe ze hun economie zo gaan inrichten dat er minder wordt uitgestoten en fossiele brandstoffen worden uitgefaseerd. Als we op dezelfde voet doorgaan, zal dat „voor elk land, zonder uitzondering, een menselijke en economische ramp betekenen”, aldus Stiell.