Maakt meer werken productiever?
Werkgevers, De Nederlandsche Bank en zelfs enkele wetenschappers zijn er erg op tegen. Maar volgens CNV-voorzitter Piet Fortuin is de kortere werkweek juist een middel tegen arbeidsmarktkrapte.
Hard tegen hard ging het tijdens die cao-onderhandelingen in de jaren negentig, zegt CNV-voorzitter Piet Fortuin. Onderwerp: de kortere werkweek. Er waren stakingen, stampvoetende werkgevers en slechts kleine successen.
Nu, bijna dertig jaar later, gooit vakbond CNV een vergelijkbare arbeidsvoorwaardeneis op tafel. Bij zo’n vijfhonderd cao-onderhandelingen pleit de bond voor een dertigurige werkweek met een voltijdsalaris. Vakbond FNV eist een 32-urige variant.
„Het verkeerde medicijn voor de Nederlandse economie”, noemde Klaas Knot, president van De Nederlandsche Bank, de voorstellen van de vakbonden. „Spelen met vuur”, zei hoogleraar Ton Wilthagen van de Tilburg Universiteit. En werkgeversorganisatie AWVN sprak van „een risico voor de economie”.
Het zijn uitspraken, gebaseerd op statistieken die een historisch krappe arbeidsmarkt en lage arbeidsproductiviteit laten zien. Maar, zegt Fortuin, die twee uitdagingen op de arbeidsmarkt kunnen ook getackeld worden door een kortere werkweek in te zetten. „Er is altijd een argument om iets niet te doen.”
Werkgevers hebben toch gelijk als ze zeggen: „Dit is een enorme kostenpost?”
„Weet je wat het mooie is van werkgevers? Als het economisch slecht gaat, zeggen ze: „We kunnen het niet betalen.” En als het goed gaat, zeggen ze: „Ook nu kunnen we niet betalen, want er komt een slechtere tijd aan.””
Maar is het in tijden van arbeidsmarktkrapte wel handig om mensen minder te laten werken?
„We zijn echt toe aan een andere arbeidsmarkt. Toe aan een eerlijke verdeling tussen man en vrouw. We zien dat de werk-privé-zorgbalans substantieel anders dan 25 jaar geleden toen we deze eis voor het eerst op tafel legden. Ik weet het uit eigen ervaring: mijn moeder is twee, drie jaar geleden overleden. Ik werd ineens geacht dingen naast mijn werk te doen. Die kun je niet allemaal op zaterdag en zondag inplannen. We moeten keuzes maken in die werk-, privé- en zorgbalans. Want mensen die het niet meer trekken, vallen om. Het aantal mensen met burn-outklachten is enorm. Dat kost de samenleving zo’n 4 miljard per jaar.”
Jullie zeggen dat een kortere werkweek ook goed voor werkgevers is. Leg eens uit.
„We hebben internationale onderzoeken geanalyseerd. Uit één daarvan, uit Australië, blijkt dat het ziekteverzuim fors naar beneden gaat als de werkweek met een dag wordt bekort. Met 34 procent! En dat is ook logisch. Als jij kleine kinderen hebt, plots moet gaan mantelzorgen en geen mogelijkheden hebt om vrij te nemen, dan meld je je ziek. Die zorgtaken worden dus deels afgewenteld op de werkgever en op de maatschappij, omdat mensen vastlopen in het systeem. Ander onderzoek, uit Nieuw-Zeeland, liet zien dat de arbeidsproductiviteit toeneemt als mensen korter werken. Met 25 procent.”
Hoe kan dat dan?
„Alle onderzochte bedrijven gingen hun werkprocessen tegen het licht houden. Ze vergaderden korter, soms werden vergaderingen zelfs geskipt, mensen werkten meer online, ze reisden minder.”
Kun je op basis van dit soort internationaal onderzoeken zo stellig zeggen: „Dit geldt in Nederland ook?”
„Dit zijn niet zomaar onderzoekjes, hè. Het zijn grootschalige onderzoeken in verschillende landen. En uit allemaal blijkt: bij een kortere werkweek neemt de arbeidsproductiviteit toe en daalt het ziekteverzuim. Dus allerlei zaken waar mensen eerder te veel tijd aan besteedden, werden geschrapt. Per uur worden werknemers ook minder productief, weten we uit onderzoek. Dan krijg je de lummeltijd, we gaan koffie drinken, zijn sneller afgeleid en minder efficiënt. Dus het is ook een heel ouderwetse gedachte om te denken dat meer werken zorgt voor meer arbeidsproductiviteit. ”
Alleen, Nederlanders werken al zo weinig, internationaal gezien. Zijn we, met gemiddeld 32 uur per week, niet anders dan de anderen?
„Zeker. We hebben een deeltijdcultuur in dit land. Daarom zeggen wij: mannen en vrouwen moeten allebei dertig uur gaan werken. Mannen werken nu gemiddeld veertig uur, vrouwen twintig.”
Dus vrouwen gaan dan juist meer werken?
„Misschien wel. Als de man iets minder werkt, kunnen de zorgtaken beter worden georganiseerd. Misschien is het ook wel, sprak hij als oudere man, een belangrijke stap in de emancipatie. We willen geen klassieke vierdaagse werkweek, over de hele week moet er anders worden geroosterd en slimmer georganiseerd.”
Hoe ziet dat eruit, dat slimmer organiseren? Nou, niet op de manier van softwarebedrijf Afas, dat deze zomer furore maakte met de vierdaagse werkweek: daar is Fortuin niet van onder de indruk. Eén dag per week je kantoor sluiten, zoals Afas doet, is ouderwets, vindt hij. En veel te duur bovendien. Hij stelt juist voor dat bedrijven langer openblijven. Niet alleen winkels, ook gemeentehuizen en hypotheekadviseurs. Werknemers kunnen dan kiezen voor dag- of avonddiensten. En als die diensten niet steeds worden afgewisseld, hoeft de werkgever geen onregelmatigheidstoeslag te betalen.
Ik ben ervan overtuigd dat werkgevers die niet investeren in robotisering en in korter werken de wedstrijd verliezen - Piet Fortuin, voorzitter vakbond CNV
Werkgevers zijn zo niet heel veel duurder uit, en krijgen er bovendien werknemers voor terug die meer werk verzetten, betrokkener zijn en minder vaak ziek.
De woorden robotisering en kunstmatige intelligentie vallen. Gebruik die twee, zegt Fortuin, om werknemers productiever te maken. „Ik ben ervan overtuigd dat werkgevers die niet investeren in robotisering en in korter werken op lange termijn de wedstrijd verliezen. Die worden dinosaurussen in werkgeversland. En dino’s zijn ook uitgestorven.”
Sommige werkgevers zullen zeggen: robotisering én een kortere werkweek? Dat kan ik niet betalen.
„It’s not one size fits all. Er zijn bedrijven die het wél kunnen, willen en durven. Dat zijn de pioniers, ongeveer 20 procent van de werkgevers. Dan heb je 60 procent die volgt en 20 procent die het niet wil of kan en het dus ook niet gaat doen. Maar voor nu beginnen we met de pioniers.”
In de jaren negentig sprak minister Ad Melkert van Sociale Zaken positief over die kortere werkweek. In het regeerprogramma pleit het huidige kabinet juist voor meer uren werken.
„Ik heb de politiek helemaal niet nodig. Ik ben in staat om met vijfhonderd bedrijven en sectoren afspraken te maken. De overheid moet zich er helemaal niet mee bemoeien.”
Wat als dit kabinet zich er wel tegenaan bemoeit?
„Dan zie ik met belangstelling een uitnodiging tegemoet. En dan zal mijn boodschap zijn: laat ons ons werk doen. Dit kabinet heeft grote ambities op het gebied van kinderopvang, het herinrichten van de arbeidsongeschiktheidsuitkering, de arbeidsparticipatie, noem maar op. Het vindt van alles, maar heeft daar geen concrete gedachten bij.”
Denkt u dat dit kabinet die plannen ook gaat uitvoeren?
„Nee ik verwacht dat er heel weinig gaat gebeuren. Er staan grote, meeslepende woorden in het regeerakkoord, maar er staat nergens geld bij. Het zijn veel stippen op de horizon.”