Een wet waarmee malafide uitzendbureaus die arbeidsmigranten uitbuiten harder kunnen worden aangepakt, loopt vertraging op. Dat schrijft minister Eddy van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) aan de Tweede Kamer. Er is twijfel ontstaan over de vraag wie de wet het beste kan uitvoeren, daardoor is de beoogde ingangsdatum van 1 januari 2026 „helaas” niet meer haalbaar, aldus de bewindsman.
Van Hijum spreekt van „een tegenvaller” en weet nog niet wanneer de wet wel van kracht kan worden. „Maar om misstanden structureel aan te pakken, moet ik nu kiezen voor zorgvuldigheid boven snelheid.” Oorspronkelijk was Dienst Justis in beeld als uitvoeringsorganisatie van de wet, waarmee malafide uitzendbureaus straks van de markt kunnen worden geweerd. Inmiddels kijkt Van Hijums ministerie of het die taak zelf op zich kan nemen.
Om te voorkomen dat kwaadwillende uitzendbureaus door deze vertraging langer vrijuit gaan, trekt de minister extra geld uit voor de Arbeidsinspectie. De toezichthouder kan daardoor 35 voltijdsbanen aan extra inspecteurs inzetten voor controles. Ook komen er hogere boetes voor ernstige overtredingen van de regels die gelden voor de inzet van arbeidsmigranten.
